Peter le Nobel
"In het jodendom beschouwen ze de Thora als een bruid die uitgekleed moet worden", zegt Geert Kimpen. Foto: Peter le Nobel
Door Peter le Nobel
Bodegraven - ‘Rachel, of het mysterie van de liefde', is de nieuwe bestseller van Geert Kimpen. Het boek was nog geen week uit of stond al meteen nummer 1 in de Libris Top Tien, en dat terwijl kabbalisme en apocriefe geschriften niet voor iedereen zijn weggelegd. Maar: liefde en de vrouwelijke, seksuele kant van het goddelijke voeren de boventoon in de laatste roman, met Maria als tempelpriesteres en een joods meisje uit Praag dat zich losmaakt van haar vader, om meteen in handen te vallen van een valse katholieke priester. "Het is steeds een afweging om opnieuw aan een boek te beginnen", zegt Kimpen, maar na elke vervloeking volgt steevast vertrouwen.
"Rachel, of het mysterie van de liefde is gebaseerd op een verhaal van de kabbalistische rabbi Loew uit de zestiende eeuw. Hij heeft heel veel verhalen geschreven. In een daarvan komt Rachel voor, maar niet als hoofdpersoon. Het is een joods meisje dat in een wijnhandel opgroeit, maar ze heeft een vader en een moeder. En er is inderdaad een katholieke priester Thaddeus die haar van het jodendom wil losweken. Het is niet duidelijk of hij echt bestaan heeft. Hij kan ook een personage zijn die symbool staat voor het ‘katholieke kwaad'. In Praag was in die tijd een ongelooflijke strijd tussen katholieken en joden. De katholieken wilden de joden er eigenlijk uitwerken: voor de bouw van hun kathedralen hadden ze veel leningen tegen hoge rentes bij hen lopen en je had het religieus sentiment dat de joden Christus vermoord hebben. Het werd de joden heel moeilijk gemaakt: ze leefden in een ghetto en moesten een gele cirkel op hun kleren dragen als ze daarbuiten kwamen. Je ziet dus dat de geschiedenis zich steeds herhaalt, als een ronddraaiend wiel."
Kimpen is dan ook gefascineerd door de ongelooflijke veerkracht van het joodse volk. "Misschien juist wel door die hele geschiedenis van vervolging, waarbij de sterken steeds overleven." En al die eeuwen is de religie en de cultuur in stand gebleven. "In de bijbel wordt wel gerept over de twaalf stammen van Israël, die ooit weer naar het beloofde land terugkeren, en over de hele wereld zie je joden herkenbaar terug. Zo gebruiken de Falasha in Ethiopië eeuwenoude joodse rituelen. Het zit ook heel erg in de traditie dat je met een joods iemand moet trouwen."
"Wat mij heel erg opvalt is dat het jodendom geen bekeringsdrift heeft zoals andere godsdiensten. Integendeel, er is zelfs een zeker wantrouwen om buitenstaanders toe te laten. Er is de gedachte dat je eigenlijk van jongsafaan joods moet zijn opgevoed om het jodendom te begrijpen. De joden hebben ongelooflijk veel filosofieën over elk aspect van het leven, en heel veel rituelen en regels. Als kind krijg je dat met de borst ingezogen. Als je je dan later tot het jodendom bekeert, dan moet je van heel goede huize komen om volledig geaccepteerd te worden."
Tempelpriesteres
Voor het boek bestudeerde Kimpen verschillende apocriefe geschriften, de verhalen die het Concilie van Nicea in de vierde eeuw niet hebben overleefd en dus niet als officiële verhalen in de bijbel zijn opgenomen. Volgens een van de verhalen was Maria helemaal geen maagd, maar een tempelpriesteres, die mannen inwijdde in de heiligheid van de liefde, door seks. Jezus zou geboren zijn na een verkrachting door een Romeinse soldaat. "Dit zal voor christenen enorm schokkend zijn, maar wat hen misschien ook kan shockeren, is dat de bijbel in feite puur een stemmenronde is geweest. Het ene verhaal is door de kerkvaders goedgekeurd, en het andere in de ban gedaan, ook uit politieke motieven. Als je de apocriefe geschriften leest, dan lees je daar verhalen die net zo discutabel kunnen zijn als de officiële, maar je vindt er ook waardevolle dingen."
Kimpen wil niet in de valkuil trappen dat juist de verboden verhalen allemaal waar zijn. "Zo zou Maria Magdalena getrouwd zijn geweest met Jezus, maar dat is op maar een enkele zin gebaseerd: ze gaf hem een kus. Ik wil me wel bewaken dat ik me niet gek laat maken door meteen dat ene zinnetje heilig te verklaren. Ik probeer net zo serieus naar de heilige teksten te kijken als naar de apocriefe. In de laatste zijn de verhalen wel serieuzer en menselijker.
‘Waarom staat dit verhaal niet in de heilige geschriften, priester? Waarom hebben de kerkvaders het in de ban gedaan? Het zijn harde verhalen maar ze maken Maria en Jezus wel zoveel menselijker. Het geeft hun karakter, achtergrond.'
‘De mensen willen een groots voorbeeld, Ladislaus', zuchtte Thaddeus. ‘Niet iemand in wie ze zich herkennen, maar iemand die boven hen staat. Een moeder en zoon van God. Het is ondenkbaar dat deze bijzondere mensen één van hen zouden kunnen zijn. Want dan zouden ze met hun eigen onvermogen geconfronteerd worden. Als ze zouden begrijpen dat Jezus' boodschap was dat we allemaal zonen en dochters van God waren, dan zou dat een enorme verantwoordelijkheid op ieders schouders leggen. En daar zijn de mensen bang voor. Ze zoeken liever een oplossing buiten zichzelf.' (p. 265)
Seks
Als Maria een tempelpriesteres was geweest, dan is het des te opvallender hoezeer de seksuele kant van het leven uit het Christendom is gebannen. Ook Kimpen kent voorbeelden dicht bij huis. "Ik zat tot mijn vijftiende of zestiende op een katholieke jongensschool. Meisjes waren voor mij godinnen." Op zijn verzoek plaatsten zijn ouders hem op een gemengde school, waar hij uiteindelijk zonder rood hoofd weer met vrouwen kon omgaan. En zijn tante in het klooster, ‘Tante Nonneke', kreeg na een hersenverlamming op hoge leeftijd de ene gruwelijke nachtmerrie na de andere. "Zo droomde ze dat het gordijn rond haar bed zich oprolde tot een speer en haar vagina doorboorde. Ik denk dat door die hersenbloeding een sluis werd geopend en alles wat zij aan verlangen onderdrukt had in een keer naarbuiten kwam."
In het vroege Christendom bestonden verschillende gemeenten. Je kon niet dichter bij God komen dan door liefde te bedrijven met een vrouw. "Een aantal kerkvaders waren zelf lid van die gemeenten. Je kunt hun ooggetuigeverslagen lezen, die felle polemieken waren tegen deze praktijken. Maar hoe feller ze schreven, hoe meer details je te weten komt. Ze waren dikwijls verstoten, ook door vrouwen. Ik denk dat ze met pek en veren uit die gemeenten zijn weggehoond, omdat ze er seksueel niks van bakten. Zo voelden ze zich tot in hun ziel gekrenkt. Maar als je die rituelen leest, dan ging het ver: zo smeerden ze zich elkaar in met menstruatiebloed en sperma. Daar is later de wijn en het brood uit voortgekomen tijdens de Eucharistieviering, die in niets meer aan de oude rituelen herinnert. Alles is geschrapt tijdens het Concilie van Nicea. Zoals je inderdaad zegt zou je de bijbel in dat opzicht kunnen zien als een afgewezen minnaar."
"In het jodendom komt de vrouwelijke kant van God wel naar voren. Ze beschouwen de Thora ook als een bruid die letterlijk uitgekleed moet worden, een sensuele bruid die zich in doorzichtige sluiers heeft gehuld. Je leest de verhalen en moet ze eraf pellen tot je de naakte waarheid ontdekt."
Kabbalisme
Drie grote romans heeft Kimpen nu geschreven: De Kabbalist, De Geheime Newton en Rachel, of het mysterie van de liefde. Bij elk boek wordt de schrijver op de proef gesteld, waarbij zijn ambitie echter altijd overwint.
"Bij de geboorte van mijn dochter Zonneke realiseerde ik mij dat ik nooit overtuigend tegen haar kon zeggen dat ze haar dromen moet waarmaken als ik dat zelf niet zou doen. Vandaar mijn radicale keuze voor het schrijversschap."
Om zijn gedachten te bepalen schreef hij een brief aan God. De brief bleef in de computer zitten. Niemand las het. De volgende dag, uit het niets, kreeg hij een uitnodiging van een kabbalaleraar om bijeenkomsten over het kabbalisme te volgen. De Kabbala is de analyse van de Thora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament), waarbij op filosofische wijze naar de diepere betekenislagen onder de teksten wordt gezocht. Op een gegeven moment zei hij: ‘Iemand hier zal een boek over het kabbalisme schrijven.' Kimpen stapte op de leraar af en vroeg of hij hem bedoelde. De leraar gaf geen antwoord, maar een paar dagen later kreeg de schrijver in spe materiaal over het kabbalisme, wat hem inspireerde tot zijn eerste boek.
"De eerste versie stuurde ik naar hem op om na te laten kijken en daarna ging ik op vakantie. Toen ik terugkwam zag ik het boek gedrukt en wel op de deurmat liggen, met zijn naam erop. Ik dacht dat ik door de grond ging. Ik stond er in totale verbijstering, het was de hel. Alles had ik voor het schrijversschap opgegeven. Het was een soort omgekeerde vadermoord: het was je held, je leraar, die dan op zo'n manier een dolk in je rug steekt. Het bijzondere was echter dat zich hiermee een verhaal voltrok dat zich vierhonderd jaar geleden afspeelde. Hij vond dat hij mij had geïnspireerd en dat hij mij in feite had gedicteerd bij het schrijven van het boek. In een telefoongesprek zei hij ook dat deze gebeurtenis de reïncarnatie is van het verhaal uit de zestiende eeuw dat opnieuw geleefd moest worden. Ik kon twee dingen doen: of de handdoek in de ring gooien of erom vechten. Ik besloot het laatste te doen, en dat is het positieve ervan: deze streek gaf mij de kracht om mijn dromen door te zetten. Mijn vrouw stond helemaal achter mij. ‘Al moeten we in een caravan slapen vanwege de advocaatkosten, ik wil dat je je droom waar maakt', heeft zij gezegd."
"Het is uiteindelijk niet gekomen tot een kort geding. Zijn advocaat belde mij dat de cliënt er voor honderd procent van overtuigd is dat het zijn boek is, maar ook beseft dat de wetten van de rechtbank niet de wetten van de kabbala zijn. Het is waar dat hij mij heeft geïnspireerd. Ik ben hem daar tot op de dag van vandaag erkentelijk voor. Ik vraag me af of het nou echt een rattenstreek was of dat hij dit bewust heeft gedaan om mij een schop onder de kont te geven. Maar na deze ruzie heb ik die vraag nooit meer kunnen stellen."
Onzeker
De gebeurtenis maakte Kimpen wel onzeker. "Bij het tweede boek vroeg ik me wel af: ‘Kan ik het wel?' Ik stond er voor mijn gevoel alleen voor. Ik was bang dat ik vanuit mezelf niets meer te melden zou hebben, dat alles als een plumpudding in elkaar zou zakken. Die angst was wel groot geweest."
Toch kwam zijn tweede boek er gewoon, "maar een enge rabbi heeft mij daarop wel vervloekt. Hij heeft me laten inzien dat het zinnig was wat de eerste rabbi heeft gedaan. Hij zei: ‘Kijk eens wat voor kracht hij in jou wakker heeft gemaakt.' Maar hij vond wel dat ik al mijn opbrengsten moest schenken aan die rabbi, anders zou er iets vreselijks gebeuren met mijn dochter. Dat is de andere kant van de kabbala: het is een prachtige filosofie, maar er zijn ook mensen die er op een enge manier mee omgaan."
Juweel
En ook het laatste boek bracht een gebeurtenis met zich mee wat de schrijver niet in de koude kleren is gaan zitten. "Wij raakten bevriend met een joodse zangeres. Zij trad op tijdens de lezingen van mij en mijn vrouw. Ik merkte dat ze steeds meer doordrong in ons leven, met heel veel e-mails en telefoontjes, tot op het vervelende af. Na een lezing in Eindhoven brachten we haar naar huis. Zij heeft aan mijn vrouw een kabbalistisch juweel geschonken, een mooie halsband. Al snel kreeg mijn vrouw last van haaruitval, met plukken ging haar haar eraf. We lieten allerlei medische onderzoeken doen. We begrepen er niets van. Mijn vrouw leeft heel gezond. Op een gegeven moment gingen wij met de halsband naar een rabbi. Het juweel werd heet in zijn handen. Hij heeft een tegenspreuk uitgesproken en het juweel werd teruggestuurd. Wij moesten een speciale steen uit Tsfat in brand steken, een dorpje in Israël dat in de kabbala heel belangrijk is. Met die rokende steen moesten wij door het hele huis lopen. Het stonk enorm, maar de vervloeking was gebroken. Het zijn dingen waar je helemaal niks mee hebt, maar ze overkomen je. Het vergt veel van je. Ik denk dat dit alles ook voortkomt vanuit de gedachte: ‘Waar hou jij je mee bezig? Dit is van ons.' Je ziet het vooral bij streng gelovige joden, terwijl ik ook joodse lezers heb die weinig aan hun geloof doen en dan na lezing van een boek van een oude katholiek zeggen: ‘Ik wist niet dat we zo'n mooi geloof hadden.' Het is wel steeds een afweging om opnieuw aan een boek te beginnen, maar ook als ik er niet meer over zou schrijven, zou ik de kabbala wel blijven bestuderen."
Uiteindelijk wil Kimpen schrijven over de jonge jaren van Jezus, waar in de apocriefe geschriften veel over is te vinden. "Ik weet niet of dat al mijn volgende boek wordt, want er is veel research voor nodig, je moet heel veel bronnen raadplegen, maar je leest de meest fantastische verhalen. Daaruit blijkt dat er ook een naar kantje aan Jezus zit. Zo zou hij tijdens een ruzie zijn vriendjes hebben dood gebliksemd, maar in de bijbel zelf lees je heel weinig over zijn leven als jongeman."
‘Het mysterie van de liefde'
Naast boeken schrijven geeft Geert Kimpen ook in het hele land lezingen. Nieuw zijn de bijeenkomsten ‘Het mysterie van de liefde'. "Bij het signeren van mijn vorig boek vroeg ik altijd: ‘Wat is je levensmissie?' De helft wil een zielsverwant zoeken. Dat is echt opvallend. Het zijn allemaal prachtige mannen en vrouwen tussen de 30 en 50 jaar. Er is helemaal niks mis met hen. Ze hebben allemaal een baan, een huis, en ze vinden niemand om mee samen te leven. Daar moeten wetmatigheden aan ten grondslag liggen. In Rachel heb ik ze impliciet verwerkt, maar in mijn lezingen heb ik ze meer praktisch gemaakt. Het komt erop neer dat je lust niet met liefde moet verwarren. Je kunt houden van een strandwandeling of samen een glaasje wijn drinken, maar het komt erop neer dat je een gemeenschappelijke levensmissie hebt. Anders kun je het wel schudden. Een relatie kan een paar maanden duren, of een paar jaar, maar je groeit uit elkaar. Je ziet het vaak op datingsites: hij moet humor hebben, goed gekleed, een leuke baan hebben, maar het gaat om: wie ben je eigenlijk? Wat drijft je in het leven? Dat kan elke vorm aannemen, maar het komt erop neer dat je elkaar versterkt, en ook elkaar de ruimte geeft in hun passies. De meeste mensen knippen elkaar's vleugels. Je moet ieder's mogelijkheden in elkaar ontdekken, en het is ook liefde als je een ander de tijd en ruimte geeft om de passie in zichzelf te ontdekken en daarin een blind vertrouwen te hebben."
--
Geert Kimpen, ‘Rachel, of het mysterie van de liefde', Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN: 978029572996, 371 p. Prijs: 18,95 euro.
Zie ook www.geertkimpen.com