Cees Veltman
Geert Kimpen, de Nederlandse Paulo Coelho, was met <I>Rachel of het mysterie van de liefde<P> genomineerd als de schrijver van het beste spirituele boek van 2011. Spiritueel maar wel aards. "Waarom gaan we niet met z'n allen de straat op uit protest tegen de economische crisis", vraagt hij zich af.
Bodegraven, een gezellig winkelstraatje vlakbij het station. De uitvalsbasis van de geboren Antwerpenaar Geert Kimpen, de theaterregisseur die voor zichzelf is begonnen. Paulo Coelho is zijn grote voorbeeld: "Hij is een beetje verlegen en pretendeert niet te weten hoe het leven in elkaar zit." Spiritualiteit noemt Kimpen een lelijk woord. "Inspiratie" roept meer hij hem op. Hoe je met je buren en de bakker omgaat, daar gaat het om, zegt hij. Met zijn romans waarin hij de joodse kabbala, alchemie en hindoeïsme combineert, probeert hij wetten van het leven te formuleren. Niet om gelukkig te willen worden. Dat noemt hij te vaag. Een boek schrijven, dat klinkt al beter.
Aan tafel in zijn huis waar ook vrouw en dochter rondscharrelen, vertelt hij om te beginnen over zijn Vlaamse jeugd: "Ik ben katholiek opgevoed, op een vrij losse manier, niet strengkatholiek. Op z'n Belgisch: niemand tilt er zwaar aan. Ik heb dat geloof wel mooi gevonden en ook kleine mystieke momentjes ervaren. Op school hadden we liturgievieringen. Dan kreeg ik kippenvel, trillingen over m'n hele lijf. Ik word aangeraakt door God, dacht ik, hij is hier en geeft een teken aan mij. Dat waren kleine ontroerende momenten. Dat was veel bidden 's avonds in mijn bedje. Een soort koestering zoeken in iets dat groter is dan jezelf. Iets dat direct toegankelijk is en tegen wie je dingen durfde te vertellen die je niet tegen je ouders durfde te vertellen."
Kimpen groeide op in de joodse wijk in Antwerpen. Katholieken en joden waren twee volstrekt gescheiden werelden: "De orthodoxe joden waren volkomen op zichzelf en keken een beetje op ons neer. In onze winkel vernederden zij mijn moeder door haar een hele middag honderden dozen ansichtkaarten te laten aanslepen en er dan uiteindelijk eentje uit te kiezen. Dan moest mijn moeder daar een postzegel op plakken. Nee, we gingen hen daardoor niet haten, er was verder geen contact."
Hij kreeg het belangrijkste uit de Bijbel wel mee, maar, zegt hij: "Katholieken zijn sjoemelaars hè. De regels mag je interpreteren zoals ze jou uitkomen. Bijvoorbeeld als het gaat om belasting. De boekwinkel van mijn vader liep niet zo goed en hij moest veel belasting betalen. Hij sprak erover met onze buurman die een prima lopende juwelierszaak had. De buurman was verbaasd: betaal jij belasting? Ik zal je wel uitleggen wat je moet doen. Hij kende een belastingambtenaar die elke vrijdagavond in een café kwam. Je drinkt wat met hem, schuift hem een envelopje toe en vraagt hem of hij voortaan je belastingaangifte wil controleren, zei de buurman. Wekenlang is mijn vader naar dat café gegaan en daarna hoefde hij geen belasting meer te betalen. In Nederland zou dat verontwaardiging wekken, bij ons was dat gewoon."
Tot zijn veertiende zat Geert op een katholiek jongenscollege: "Ik ben er behoorlijk verknipt geraakt, met name op seksueel gebied. Vrouwen kwamen in onze wereld niet voor. Dat waren een soort heilige Maria's met wie we geen contact konden hebben. Bij de seksuele voorlichting kregen we te horen dat vrouwen totaal andere wezens waren. Het zou niet gemakkelijk worden een relatie met ze te krijgen, werd gezegd. Je moest haar met handschoenen benaderen en op je tenen lopen. Als je nou maar altijd heel lief tegen haar was, zou je, als je geluk had, misschien eenmaal per jaar je behoefte met haar mogen doen. Seksualiteit was een ziekelijke behoefte van de mannen waarvoor vrouwen zich af en toe in hun goedheid toe zouden kunnen lenen. Op den duur ging dat verhaal zich dat bij mij wreken. Op een andere school had ik een priester als leraar die alleen maar met psalmen bezig was. Hij vernederde me toen hij hoorde dat ik een musical aan het schrijven was. Dat betekende voor mij de breuk met de kerk, maar de hang naar zingeving is toch in mijn bloed blijven zitten.
Ik ben een lange zoektocht begonnen in new ageland en heb zo'n beetje alle hoeken van de spiritualiteit verkend, van boeddhisme tot hekserij. Je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb er wel een workshop in gevolgd. Ik ben even enthousiast geweest over wicca. Hier was het vrouwelijke element eindelijk aanwezig. Ik ben bij een heksenloge gegaan in Amsterdam en ingewijd. Spannend, monnikskap aan en naakt daaronder moest je jezelf (???) met een toverstaf afsnijden van een boom. Maar ik kwam erachter dat ik niet zo'n natuurmens was, altijd in de weer met kruiden en planten die je in de natuur moest zoeken en waar je brouwseltjes mee moest maken. Dat interesseerde me eigenlijk geen barst (lacht). Bij volle maan middernacht in je blootje een tak van een boom afsnijden, ik zie me daar nog staan, bang dat iemand me zou zien in het park. Ik heb wel een hang naar theater, maar dit ging me allemaal te ver. Toch kan ik me voorstellen dat mensen er helemaal hun geluk in vinden. Het mooie van wicca is natuurlijk ook het gelijkwaardige van mannen en vrouwen en het respect voor mensen in het algemeen, wie en hoe je ook bent."
De zoektocht levert Kimpen weinig op, totdat hij de joodse mystiek, de kabbala, ontdekt: "Alle vragen die ik heb, zie ik in kabbala bevredigend genoeg beantwoord, als zal het boeddhisme waarschijnlijk precies hetzelfde vertellen. Kabbala is een wijdvertakte boom, maar is in essentie simpel uit te leggen: ieder mens heeft een opdracht, is gezegend met een uniek talent en dat moeten we tot maximale ontplooiing brengen. Bijbelse verhalen krijgen door de kabbala een frisse lading. Neem het verhaal van de tocht van Mozes en zijn volk naar de woestijn en bij de Rode Zee als de Egyptenaren hem op de hielen zitten. Mozes was een stotteraar en een slechte redenaar. Hij vroeg: God help ons, maar God zegt dan: nee, nu moet je in jezelf geloven en de Rode Zee doorsteken. Dan verzamelt Mozes alle kracht en stottert tegen de Rode Zee dat ze moet splijten."
De drie verzen in de Bijbel hierover bestaan uit 72 letters, begint hij uit te leggen. O jé, ontglipt me. Kimpen lacht: "De kabbalisten hebben die tekst geanalyseerd. Als je van het eerste vers de eerste letter neemt, van het tweede vers de laatste letter en van het derde vers weer de eerste letter, krijg je de geheime naam van God. God heeft 72 namen in de Thora die samen de onuitspreekbare naam van God vormen. Iedere naam staat voor een Rode Zee in een mensenleven aan problemen waarmee we mee te maken hebben: jaloezie, onmacht, opgeven noem maar op. Zo krijg je een fascinerende filosofie hoe je met die Rode Zee, die obstakels in je leven, kunt omgaan. Kabbalisten hebben boeken vol geschreven over die drie verzen. Op die manier interpreteren kabbalisten de hele joodse Bijbel. Ze gaan ervan uit dat het een enorm cryptogram is, van de eerste tot de laatste letter. Ze leggen allerlei verbanden zodat een prachtige kathedraal ontstaat. Je kunt niet voor honderd procent bewijzen dat God bestaat, maar de Bijbel is zo geniaal opgebouwd dat het bijna onmogelijk is dat mensen dat allemaal op eigen kracht hebben opgeschreven. Het klopt als een bus. Het is van een wiskundige schoonheid hoe de lettercombinaties in elkaar vallen en hoeveel geheime lagen er in de teksten zitten en hoe die van generatie op generatie verder worden ontdekt."
Dankzij de computer is zelfs ontdekt dat er een historische laag in de Thora zit die alle grote wereldgebeurtenissen beschrijft: "In het verhaal over de toren van Babel vind je gecodeerd de aanslag op de twin towers in 2001 terug, met de namen van de kapers, met de naam New York. Daar krijg je kippenvel van." Inlegkunde? Een kwestie van achteraf interpreteren? Kimpen: "Er is een steekproef gedaan in de boeken van Tolstoi om te kijken of al die woorden daar ook in terug te vinden zijn. Dat was nauwelijks het geval. De vondst over de twin towers is natuurlijk het meest spectaculaire, maar tegelijkertijd het meest discutabele. Dan denk je al gauw dat we ook al kunnen ontraadselen of de euro instort of niet. Maar zo werkt het niet. Je kunt het pas weten als iets gebeurd is, omdat je dan pas de teksten erop kunt bestuderen. Het is discutabel maar we kunnen er wel van leren dat de kabbala veel wijsheid bevat. Die wijsheid wordt nog steeds verder ontwikkeld door rabbijnen."
Waarom de boodschap ooit zo ingewikkeld verpakt is, daar heeft Kimpen geen idee van: "Ik vind dat ingewikkelde wel fascinerend, want als je het Oude Testament leest, vraag je je af: wat moet ik ermee? Daar komt veel bloeddorst en oorlog in voor. Als dan echter blijkt dat het allemaal codes zijn die nieuwe betekenis kunnen geven aan je leven, kan ik me weer van die verhalen houden. De kabbalisten maken er iets moois van. Zij zeggen: wie de Bijbel letterlijk neemt, is een dwaas. Het Oude Testament moet je eigenlijk zien als een bloedmooie bruid die in een gewaad is gehuld en af en toe een glimp van haar naaktheid laat zien, een glimp van wat er werkelijk staat. Het is de taak van de mens om haar volledige aandacht te geven, haar te ontkleden en haar verbluffende schoonheid te ontdekken. Dat vind ik wel een mooi erotisch beeld van de Bijbel."
Spiritueel zijn is niet op een berg in Tibet gaan zitten mediteren, maar hoe je met je buren omgaat, zegt Kimpen. Zelf heeft hij dagelijks contact met mijn buren: "Dat gaat goed, al is het met vallen en opstaan. Ik kijk voortdurend kritisch naar mezelf: hoe ben ik vandaag met anderen omgegaan? Wat was niet zo fraai en wat moet ik anders en beter doen? Ik neem mezelf voortdurend de maat. Door mijn schrijverschap ben ik dikwijls nogal introvert, gesloten. Ik haal mijn dochter Zonneke van school, zie dan andere ouders gezellig met elkaar kletsen en daar sta ik als vreemde meneer bij die in zijn eigen wereldje zit."
Kimpen treedt veel op in het land met lezingen en signeersessies: "Als ik vraag wat hun grootste wens is om in hun boek te schrijven, zeggen opvallend veel mensen: ‘Ik wil graag een zielsverwant ontmoeten.' Het zijn prachtige vrouwen, leuke mannen. Hoe is het mogelijk dat ze hun geliefde nog niet hebben gevonden? Dan vraag je je af: wat is liefde, wat is zielsverwantschap? Wat staat erover in de kabbala, de kama sutra, hindoeïsme en tantra's? Er moeten wetmatigheden in te vinden. Volgens de basisgedachte van de kabbala dat je een opdracht vervult en dan onvermijdelijk zielsverwanten tegenkomt. Als dat niet lukt, zijn daar oorzaken voor. Dan hebben mensen bijvoorbeeld niet het beroep dat het beste bij hen past. Mensen denken vaak: als ik nu maar die liefde vindt, kan ik eindelijk gaan doen wat ik het liefste wil. Het is net omgekeerd. Je moet eerst doen wat je werkelijk moet doen in je leven en dan kom je die zielsverwanten wel tegen. Je kunt daar beter niet te lang mee wachten want hoe langer je alleen bent, hoe meer je het gevaar loopt egocentrisch en kritisch te worden en minder bereid compromissen te sluiten."
Kabbalisten wijzen erop dat de scheidslijn tussen goed en kwaad dun is. Dat is een modern inzicht. Kimpen: "Er zou meer waardering moeten zijn voor mensen die ongelooflijk veel stommiteiten begaan, maar uiteindelijk daardoor tot inkeer en berouw komen, dan voor brave mensen en angstwezels die niks ondernemen in hun leven of zich verschuilen achter een masker van vroomheid en daardoor niks presteren in de wereld. Het goede doen komt voor uit ervaring met het kwade. Licht bestaat bij de gratie van donkerte. Sommige dingen die heel slecht lijken, zijn vaak op langere termijn goed. En omgekeerd. Iemand vertelde me over het kampleven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er waren toen niet alleen maar slechte maar ook ongelooflijke goede bewakers die van eigen middelen medicijnen kochten om mensen te helpen. En aan de andere kant gevangenen die elkaar voor een stukje brood vermoordden. Ieder mens heeft wel iets goddelijks in zich, een goddelijke vonk. Als je je daar bewust van bent, ga je ieder mens als god behandelen. Dat is een gedachte die al meteen je dagelijkse leven beïnvloedt. Het leert je nooit neer te zien op mensen, altijd respectvol te zijn."
Dat brengt Kimpen bij de economische crisis van nu: "Waarom gaan mensen niet de straat op? Het is onbegrijpelijk dat we zo passief blijven. De duizenden miljarden die nu moeten worden opgehoest kun je de mensen toch niet aandoen? Moeten onze kinderen en kleinkinderen hun hele leven lang onze schulden - het gevolg van onze stommiteiten - gaan afbetalen? Nu hebben we de kans om het hele financieel-economische systeem dat zo onrechtvaardig uitwerkt, radicaal te herzien. We moeten het zoeken in andere manieren van bankieren, door bijvoorbeeld rente af te schaffen, zoals de blije bank dat doet. We moeten een beweging van onderop krijgen, een bredere beweging dan Occupy die nog weinig inhoud heeft, maar wel mensen mobiliseert die het niet meer pikken."
Wie is Geert Kimpen.
Geert Kimpen (Antwerpen, 1965) is zoon van een katholieke boekhandelaar in de joodse wijk van Antwerpen en woont sinds vijftien jaar in Nederland. Hij was wicca, verdiepte zich in de oosterse spiritualiteit en voelt zich nu het beste thuis bij de mystieke kant van het jodendom, de kabbala. Hij volgde een regieopleiding aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, was oprichter van het Belgisch Toneel Amsterdam en is nu de bestverkopende Vlaamse schrijver in Nederland met zijn boeken <I>De kabbalist, De geheime Newton en Rachel of het mysterie van de liefde <P>. Hij wil nu een boek schrijven over de onbekende levensjaren van Jezus. Kimpen woont met vrouw Christine en dochter Zonneke in Bodegraven.
Mijn favourite Boek.
De Alchemist door Paolo Coelho
"Dit beroemde boek gaat over een zoektocht van een jongen die zijn eigen legende wil ontdekken. Er zitten prachtige, hoopvolle gedachten en levenslessen in en een heel mooie liefde. De jongen kan zich met een meisje verbinden als hij haar pad volgt", aldus de populaire romanschrijver Geert Kimpen (46). "Ik las het boek een jaar of vijftien geleden in Amsterdam, toen ik doodongelukkig op de bank lag. Het boek was echt een geschenk, een balsem voor mijn ziel. Het kwam precies op het goede moment om mij weer energie te geven. Ik dacht: als ik ooit zelf ga schrijven, zal ik dezelfde combinatie proberen te maken van een spannend en een hoopgevend verhaal. Dat is voor mij het sjabloon van een ideaal boek. Ik raadpleeg het nog regelmatig. Ik kijk er nu ook meer technisch naar: hoe zet hij zo eenvoudig zo'n verhaal op, hoe heeft hij die personages bij elkaar gebracht en waar zit die spanning nu precies? Hoe verwerkt hij zijn wijsheden zo in het boek dat het niet vervelend wordt? Al zijn wijsheden integreert hij heel mooi in de plot van het boek. In die zin is het boek inderdaad mijn bijbel.
Coelho beschrijft prachtig dat je wel de wereld in kunt trekken om van alles te bevechten, maar dat het uiteindelijk gaat om de liefde in je directe omgeving. Die liefde ga je echter pas waarderen als je eerst de wereld bent in gegaan. Coelho - ik heb hem wel eens gesproken - worstelt net als ik met het leven. Je moet geen genoegen nemen met het voor de hand liggende, maar strijden om de onderste steen van het leven boven te krijgen. Ik wil net als hij verwonderd blijven en me steeds afvragen wat er nu echt gebeurt."