Nieuwsberichten 2013

24/11/2013
Ik wil je troosten

Ik wil jou troosten.

 

Ik wil jou troosten. Jij die ‘s nacht je kussen nat huilt. Jij die aan niemand laat zien hoe bang je bent. Jij die verdwaasd rond strompelt in dit bestaan. Jij die je afvraagt waar je de afslag hebt gemist. Jij die het net niet gemaakt hebt. Jij die je zelf zo’n mislukkeling vindt. Jij zo bang en kwetsbaar als een kind. Ik wil jou troosten.

Jij verbijsterd dat het zo snel is gegaan. Jij in een achtbaan die nooit stopt. Jij in die tijd die  sneller en sneller gaat. Jij in een tijd die meer en meer van je eist. Jij die niet meer weet wat prioriteit is. Jij die daarom zo maar wat doet. Jij die ’s avonds bekaf bent. Jij na een dag van vanalles en niets doen. Jij die verlangt naar die tijd van toen. Ik wil je troosten.

Jij die schreeuwt in de wereld van Twitter. Jij die daar roept hoe leuk je toch bent. Jij met je honderd digitale vrienden. Jij die alles van hen leuk vindt en op alles reageert maar niet één van hen spreekt. Jij met je hippe profiel. Jij met je clipjes en plaatjes en spreuken. Jij alleen met je laptop in de keuken. Ik wil je troosten.

Jij zonder woorden voor hetgeen in jou leeft. Jij die bang bent dat jij alleen dat hebt. Jij met je zo normale gezicht. Jij wiens verdriet niemand ooit ziet. Jij met je wanhoop die niemand ooit hoort. Jij van wie men het nooit aan zou zien komen. Jij met alleen maar gebroken dromen. Ik wil jou troosten.

Jij die probeert een goed mens te zijn. Jij die het geluk aan anderen gunt. Jij die vreugde om hun overvloed deelt. Jij die hen feliciteert en zelfs juicht. Jij die hen met de rivier mee ziet stromen. Jij die in de bocht achter blijft. Jij die nooit eens valt in de prijzen. Jij die jezelf zo graag wilt bewijzen. Ik wil je troosten.

Jij die zo verlangt naar wind in de vleugels. Jij die de juiste persoon op de juiste plek wilt zijn. Jij die woorden zou willen vinden die anderen raken. Jij die snakt naar die levensveranderende raad. Jij die het zat bent alleen maar te geven. Jij die zo graag iets wilt snappen van het leven. Ik wil jou troosten.  

Jij die bang bent voor deze tijd. Jij die verschrikt kijkt naar het journaal. Jij die niet het hoofd boven water kan houden. Jij die de tijd vreest die er aan staat te komen. Jij gechoqueerd door de rampen die zich voltrekken. Jij die niet nog een recessie kan trekken. Ik wil jou troosten.

Jij die maar niet de liefde kunt vinden. Jij die hard roept dat ie wel komt als ie komt. Jij die graag toont hoe gezellig je het hebt. Jij die niet meer vraagt dan een arm om je heen. Jij die gewoon je verhaal ’s avonds kwijt wilt. Jij die gestommel in huis zou willen horen. Jij die vraagt of die ander het licht heeft uitgedaan. Jij die een voet in bed tegen de jouwe wil voelen. Jij die je wilt ergeren aan iemand waar je van houdt. Jij in de stilte die je steeds meer benauwt. Ik wil jou troosten.

Jij van wie al het geld nu echt op is. Jij die het iedere maand met minder doet. Jij die zich al lang niets extras kan permitteren. Jij die je afvraagt hoe die anderen dat doen. Jij die luistert naar hun reisverhalen. Jij die verbijstert door de winkelstraat loopt. Jij voor het restaurant met tafels vol met mensen. Jij zonder geld en met zoveel wensen. Ik wil jou troosten.

Jij met een lichaam dat niet meer doet wat jij wilt. Jij die de hele dag met pijn moet leven. Jij met een ziekte sterker dan jou. Jij die aanhoort dat je geest het kan winnen. Jij die vreest dat je daarvoor te zwak bent. Jij wie het niet lukt zich gezond te denken. Jij die niet langer mirakelverhalen wilt horen. Jij die je dan alleen nog maar mislukter voelt. Jij die een slechte diagnose kreeg. Jij die de fatale prognose kreeg. Ik wil jou troosten.

Jij met een broer en een zus die het beter doen. Jij die hunkert naar de trots van je vader. Jij die wilde dat je moeder je zag. Jij wiens familie uit je leven is verdwenen. Jij gaat op kerst nergens heen. Jij op deze aarde moederziel alleen. Ik wil je troosten.

Jij die lijdt om de dood van je kind. Jij die je partner iedere dag mist. Jij voor wie de tijd niet alle wonden heelt. Jij die het nooit een plekje kunt geven. Jij die van die spullen geen afscheid kunt nemen. Jij die het niet achter je kunt laten. Jij die ergert met je lange verdriet. Jij die door de bomen het bos niet meer ziet.. Ik wil je troosten.

Jij bij wie de telefoon nooit gaat. Jij die nooit je kinderen meer ziet. Jij die niemand tot last wilt zijn. Jij die het alleen niet langer redt. Jij die niemand in de nacht kan bellen. Jij voor wie er niemand is om mee naar de film te gaan. Jij die er altijd alleen op uit trekt. Jij van wie niemand nooit de grapjes hoort. Jij die altijd denkt dat je stoort. Ik wil je troosten.

Jij die schrikt hoe rechts jou zal treffen. Jij die hoort dat het land aan de afgrond staat. Jij die je niet meer thuis voelt in dit land. Jij die geen andere plek weet om naar toe te gaan.  Jij die je afvraagt of je nog wel mag bestaan. Ik wil jou troosten.

Jij die de moed allang hebt verloren. Jij die niet weet hoe je nog langer vechten  moet. Jij die al zoveel zo vaak geprobeerd hebt. Jij die hoort dat je jouw droom leven moet. Jij die niet weet wat ooit je droom was. Jij die gewoon gelukkig wil zijn. Jij die vergetelheid zoekt in de wijn. Ik wil je troosten.

Jij die droomt van een betere wereld. Jij die zo hoopt op een nieuwe tijd. Jij die zoekt tussen hemel en aarde. Jij die toch weet dat er meer moet zijn. Jij die troost vindt in het oosten. Jij die in boeken inspiratie zoekt.  Jij die hunkert naar een leraar. Jij die zo graag verlicht wilt zijn. Jij die zo genoeg hebt van alle pijn. Ik wil je troosten.

Jij die je schuldig voelt om boze gedachten. Jij die schrikt van je eigen jaloezie. Jij die je slecht voelt om je aardse verlangens. Jij die soms zo woest en kwaad kunt zijn. Jij die het steeds moeilijker hebt het anderen te gunnen. Jij die niet snapt wat jij verkeerd hebt gedaan. Jij die om je heen iedereen ziet scoren. Jij die steeds maar weer meer terrein verliest. Jij die leerde dat rechtschapenheid verliest.

Ik wil jou troosten. Ik wil je verwarmen. Ik wil je zeggen; je bent niet alleen. Ik wil je dragen. Ik wil je omarmen. Ik wil je zeggen, ik ben vlakbij. Ik wil je vragen, troost jij ook mij?

© Geert Kimpen

Deze tekst mag overal gekopieerd worden, mits naamsvermelding: www.geertkimpen.com

Ik wil je troosten

08/11/2013
Belangrijke mededeling.

Mijn lezing a.s. zondag in Twijzelerheide is vanwege het overlijden van mijn schoonmoeder, verplaatst naar zondag 17 november (meer info: 0511-449107, info@corcaroli.nl ).
De lezing die morgen in Enschede zou plaatsvinden is verplaatst naar zaterdag 23 november (meer info: 053-4367919,
ronaldheukels@hotmail.com

 

22/09/2013
Brief aan mijn bankdirecteur.

Brief aan mijn bankdirecteur.

(voel je vrij hem te gebruiken, te delen, te copiëren, of... naar úw bankdirecteur te sturen...)

Beste Bankdirecteur,
Wij kennen uw naam niet. Degene met wie wij destijds onze hypotheekpolis afsloten, is al l...ang verdwenen. We waren hem toen erg dankbaar dat hij het mogelijk maakte dat wij ons droomhuis konden kopen. Vol overtuiging gingen wij in op zijn voorstel, en zoals u weet, zijn wij tot op de dag van vandaag onze verplichtingen en afspraken netjes nagekomen.

Maar een mens wordt ouder en wijzer. Voortschrijdend inzicht heet dat. En vandaag zijn we eigenlijk helemaal niet zo blij met wat wij destijds afspraken. Sterker zelfs, we voelen ons... we kunnen het niet anders zeggen, belazerd.

Het was misschien naïef van ons om te denken dat het geld dat u ons leende, daadwerkelijk in uw bezit was. Pas sinds kort weten we dat u als bank nauwelijks geld bezit. En dat u ons geld uit het niets creëerde op het moment dat wij onze handtekening plaatsten, eenvoudigweg door het bedrag in te toetsen.

Neemt u ons niet kwalijk dat we dit vreemd vinden. U vroeg er immers ons huis voor in pand, iets dat wél bestond in de werkelijke wereld. U gaf ons eigenlijk een schuldkwitantie waarbij wij de verplichting op ons namen uw verzonnen geld, reëel te maken door dertig jaar lang voor u te werken. In zekere zin werden we uw lijfeigene.

En dat niet alleen... u vroeg ons ook rente. We stelden ons daar geen vragen bij. We gingen er vanuit dat rente iets vanzelfsprekends is in deze wereld. Pas nu, nu we ons verdiepen in het wezen van geld, komen we erachter dat rente helemaal niet vanzelfsprekend is. We wisten toen nog niet dat de bijbel al stelde dat het vragen van rente misdadig is. We hadden nog niet gehoord van renteloos Islamitisch bankieren. En zouden we er wel van gehoord hebben, dan zouden we het wellicht raar hebben gevonden. Want we wisten toen nog niet dat rente een monster is, dat niet in toom is te houden.

De reden is eenvoudig. Geld is een handig transactiemiddel. Een efficiënt product om diensten en goederen uit te wisselen. Maar, ‘geld jonkt niet', zei Aristoteles. Geld brengt geen geld voort. En dat hoeft ook niet. Dat is niet de natuurlijke functie van geld. Munten hoeven geen munten te baren, beaamde Thomas van Aquino.

Want rente is een listig ding. We beseften toen niet dat we met die rente maar liefst twee tot driemaal de volledige prijs van ons huis aan u zouden betalen in dertig jaar. Nu gunnen we iedereen zijn verdienste. Maar... vindt u dit zelf ook niet buiten iedere proportie?

En nog was het niet genoeg voor uw instelling. Onze hypotheek verpandde u in een beleggingsproduct, waarbij beleggers gingen speculeren of wij wel of niet onze hypotheek zouden kunnen terug betalen. En opnieuw verdiende u veel geld aan onze hypotheek.
Tot het fout ging.

U herinnert zich vast, dat toen die beleggingsproducten, met ingewikkelde namen als collateralized debt obligations , klapten, de crisis begon.

De producten waren op lucht gebaseerd. Op geld dat niet bestond dat u aan ons en zovele anderen uitleende.

Uw instelling dreigde om te vallen. En de wereld was in rep en roer. Want wanneer er banken zouden omvallen, was het einde der tijden nabij, hoorden wij onze leiders keer op keer verkondigen.

Dus gingen onze leiders op hun beurt niét bestaand geld lenen bij de Europese Centrale Bank die op dezelfde wijze geld uit het niets creëerden. Onze leiders gaven u dat geld, zodat u rustig kon verder bankieren en uw bonussen verdelen. Maar dat niet bestaande geld moest natuurlijk ook reëel gemaakt worden. En gek genoeg werd de rekening daarvan niet bij u, maar bij ons gelegd.

In de vorm van belastingen die hoger werden, en bezuinigingen op zaken die wij belangrijk vinden, betalen wij nu niet alleen het geld terug dat aan u geleend werd, maar ook nog eens de rente daarop. En onze leiders bezweren ons dat we die schuldenberg niet meer mogen laten oplopen dan tot 3 % van onze begroting.

Daardoor moeten we keer op keer nog meer belastingen betalen en bezuinigingen ondergaan. Tot er weer enkele miljarden nodig zullen zijn om een volgende bankinstelling te redden, in eigen land, of in Griekenland, of in Italië. Vreemd genoeg wordt de rekening daarvan steeds opnieuw bij ons gelegd.

En deze vicieuze cirkel gaat nu al jaren zo door.

Maar voor mij is de maat vol, geachte bankdirecteur. Ik zeg Basta.
U heeft de crisis veroorzaakt. U heeft er een bende van gemaakt. U verwacht niet alleen dat wij onze persoonlijke verplichtingen aan u blijven nakomen, maar ook nog eens dat wij uw instelling blijven redden. En dat we daardoor onze kinderen opzadelen met een nooit meer terug te betalen schuld, veroorzaakt door de tumor die rente op rente is, waardoor we hun toekomst nu al gehypothekeerd hebben.

Toch willen we niet onredelijk zijn. Wij zijn nette burgers.
Het fictieve geld van ons hypotheekbedrag waardoor wij ons huis konden kopen, willen we aan u terug betalen. We zijn zelfs bereid daarvoor een commissie aan u te betalen.

En dan houdt het op, beste bankdirecteur.

Vindt u dit een krankzinnig voorstel?

In Ijsland deden ze het. Alle hypotheekschulden werden kwijt gescholden tot 110 % van het hypotheekbedrag. Het gevolg was dat Ijsland al jaren uit de crisis is, en een begrotingsoverschot heeft. En ja, de banken vielen om in IJsland, maar het was niet het einde der tijden daar, integendeel... het was een nieuw begin.

Ik moet ook mijn eigen boontjes doppen, mijnheer de bankdirecteur. Als ik gebakken lucht zou verkopen, zou de overheid mij geen geld toestoppen om mij te redden. Nee, ze zouden mij in de gevangenis gooien. En terecht.
Hieronder vindt u mijn voorstel mijnheer de bankdirecteur. Ik zie uw reactie graag tegemoet. Ik heb niets tegen u persoonlijk, maar wel tegen uw manier van zaken doen, waardoor op dit moment een volledig continent in de crisis is geraakt. Daartegen zeg ik vanaf vandaag; Basta.
Hoogachtend,
Een burger die er genoeg van heeft.
Geert Kimpen,
www.geertkimpen.com

(Brief die u naar uw bank kunt sturen, opgesteld door Ad Broere, ex-bankier, auteur van het boek Geld komt uit het niets: )

Betreft: lening contract nummer

Geachte heer/mevrouw,
Op ............. hebben wij een lening contract getekend met uw bank, waarin we met de bank zijn overeengekomen de hoofdsom van de in het contract genoemde lening terug te betalen met rente.

Dit contract hebben wij ondertekend omdat we er op dat moment van overtuigd waren dat de bank de beschikking had over het geld dat aan ons werd uitgeleend. Dit blijkt echter niet de juiste voorstelling van zaken te zijn. We weten nu, dat het geld er niet was voordat wij het bankgebouw binnenstapten. Het blijkt te zijn ontstaan door onze handtekening onder het lening contract.

Banken verstrekken leningen zonder dat er dekking aanwezig is, dus uit het niets. Geld dat uit het niets komt is van niemand en dientengevolge ook niet van uw bank. Het is daarom geheel onjuist dat u hierover rente vraagt. We zijn ons ervan bewust dat we het geld dat wij via uw bank te leen hebben ontvangen, hebben aangewend voor de koop van onze woning. Ook begrijpen wij, dat u voor de dienstverlening ten behoeve van de lening werk hebt verricht. Wij vinden het daarom redelijk dat de bank om ons een nieuwe overeenkomst van geldlening aanbiedt, waarin geen renteverplichting over het door ons geleende geld is opgenomen.

Verder vragen wij van de bank om de door ons betaalde rente vanaf de datum van het tekenen van de leningovereenkomst aan ons te restitueren.

Wij stoppen met het betalen van rente totdat er een voorstel door uw bank is gedaan waarmee wij akkoord gaan. Wij zijn bereid om het bedrag dat voor de rente bestemd was maandelijks op een reserveringsrekening op onze naam te zetten totdat wij akkoord zijn gegaan met het voorstel van de bank.

Wij wachten de reactie van uw bank met belangstelling af.

Hoogachtend

Brief aan mijn bankdirecteur.

14/09/2013
Het is tijd om BASTA te zeggen

Door Geert Kimpen.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar met verbijstering volg ik het financiële nieuws op radio, tv en in de kranten. Voor het eerst in mijn leven heb ik een soort van onderbuik gevoel over een mondiale crisis die zijn weerga niet kent. Ik ben nochtans geen doemdenker. Maar het slechte nieuws dat onafgebroken over ons heen dondert, boezemt me angs...t in.

Dat bedrijven failliet kunnen gaan, lijkt me evident. Dat banken omver kegelen, vond ik erg schokkend maar is inmiddels eigenlijk al vertrouwd nieuws geworden. Maar dat nu ook landen op het punt staan in te storten, vind ik huiveringwekkend. Geen landen in Afrika, noch in Zuid-Amerika, nee, hier vlakbij, bondgenoten in onze Europese Unie.
Ik zie de zenuwachtigheid in de ogen van onze politieke leiders, die nog nauwelijks hun natuurlijke kalmte en zelfvertrouwen kunnen bewaren. Ik neem notitie van de vele geheime tops die plaatsvinden en waarvan niemand weet wat er precies bedisseld wordt. Ik onderga gelaten de ene afkondiging na de andere van op til staande bezuinigingen, donkere prognoses, en net als ieder ander, heb ik nog geen flauw idee welke impact al deze rampspoed op jouw of mijn leven concreet zal hebben.
Het enige dat ik wel weet, of voel, is een onbehaaglijk gevoel van ongelooflijk opgelicht te zijn. Een soort onmachtige kwaadheid van genaaid te zijn door een financieel systeem dat dol is gedraaid waarvan jij en ik niet de voordelen genoten, maar nu wel de rekening van moeten betalen.

Waarom zwijgen we?

Miljarden vliegen ons om de oren als grootheden die niemand meer kan vatten. Niemand begrijpt hoe soms in een weekend tijd, met druk overleg op geheime locaties, enkele miljarden gevonden kunnen worden om een bank overeind te houden. Hoe het mogelijk is dat we blijkbaar wel miljarden ‘ergens op een rekening' hebben staan om Griekenland te redden. Maar hoe onverbiddelijk anderzijds onze leiders beweren dat we moeten bezuinigen op alles wat voor ons mensen lief en noodzakelijk is.
Hoe kunnen we begrijpen dat er miljarden naar andere banken en landen gesluisd worden, en dat voor alles waarvoor wij dachten belastingen te betalen, ons pensioen, onze zorgkosten, ons onderwijs, steeds minder en minder geld is?

Maar het meest verbijsterd nog ben ik door ons stilzwijgen. Gelaten zitten we als konijnen in de enorme gloeilamp van onze televisie te kijken, we laten ons vermaken door de hysterische lach van Gordon, door Patricia Paay die lichtelijk lijdend aan Alzheimer niet meer precies weet met ze het allemaal deed, of door een programma met hulpeloze mensen die het nog nooit deden en dit nu in prime time op tv alsnog zullen doen... en we houden onze mond. Alsof we gehypnotiseerd zijn. Lamgeslagen, monddood gemaakt. Versuft door brood en spelen.

Wij hebben de crisis toch niet veroorzaakt? Wij hebben toch geen misdadige financiële producten bedacht die ons deden geloven dat ze onze winst zouden verdriedubbelen, maar gebaseerd waren op lucht, en alleen enkele bankiers en aandeelhouders steenrijk maakten? Wij hebben toch geen onverantwoorde hypotheken verschaft? Wij hebben toch niet betoogd dat we perse de euro wilden? Wij hebben ons toch niet verrijkt met exuberante bonussen waarvan je meerdere dorpen een jaar lang zou kunnen onderhouden?

Maar toch ondergaan we het apathisch. We komen niet de straat op. Niet voor onszelf, noch voor onze kinderen, en al helemaal niet voor de miljoenen mensen in de Hoorn van Afrika die op dit moment sterven van honger en dorst. We gedragen ons als onmachtigen. We begrijpen in het beste geval dat we gemanipuleerd worden. Dat wij onrechtmatig rekeningen moeten betalen van zaken waar we niet om gevraagd hebben. Dat al onze inspanningen om iets van ons eigen leven te maken, ontmoedigd worden, belast, en we verpulverd worden onder deprimerend makend nieuws. We verschuilen ons in onze huizen en slikken als makke schapen dat er geen geld meer is voor de zwaksten in onze samenleving, en gaan haast geloven dat ontwikkelingshulp weggesmeten geld is. We verschuilen ons onder ons warme dekbed en hopen dat de storm wel zal overwaaien en dat de schade voor ons eigen leven wel zal meevallen.

Waarom zeggen we niet collectief "nee"? Waarom nemen we geen voorbeeld aan de volkeren in Tunesië en Egypte, die het ook niet langer pikten, en net zolang de straat opgingen, tot hun leiders met pek en veren verjaagd werden? Is het omdat we Rutte zo'n sympathiek joch vinden? Dat we denken dat zo'n gestudeerde jongen het wel beter zal weten dan ons eigen gezonde verstand?
Iedere revolutie begint met één man die opstaat.
In heel Europa is er welgeteld één dorp dat "nee" zegt. Een klein dorpje in de buurt van Rome. Filettino. De burgemeester van dit dorp, zei; "Bekijk het maar. Wij gaan niet de rekening betalen van onze corrupte leiders. Wij verklaren ons bij deze onafhankelijk. Vanaf nu zijn we ons eigen Prinsdom, en drukken we onze eigen munt." En dat hebben ze dus gedaan.

Wat was er dan aan de hand dan in Filettino, vraagt u zich wellicht af. Wel, de geschiedenis ontwikkelt zich razend snel, maar ongetwijfeld herinnert u zich nog ene Berlusconi? Een klein, dik en glanzend mannetje die zowat helemaal Italië bezat, bestierde en bezwangerde? Wel dit duivelse kereltje werd door zijn Europese vrienden ter orde geroepen. Hij moest drastisch bezuinigen want anders zou zijn verspilzucht het hele Europese rijk in de afgrond storten. Berlusconi beloofde het, en één van de eerste maatregelen die hij uitriep was dat alle Italiaanse dorpjes met minder dan 1000 inwoners moesten fuseren met andere dorpjes, zodat ze minimaal 1000 inwoners telden.

Deze maatregel sloeg in Filettino in als een bom. Het zou betekenen dat dit dorpje van 554 inwoners moest fuseren met het nabij gelegen bergdorpje Trevi nel Lazio van 1796 inwoners. Maar er zijn geen grotere rivalen denkbaar dan de burgemeesters van deze twee dorpjes. Ze hebben allebei een voetbalclub en daarin bestrijden ze elkaar op leven en dood. In nog geen duizend jaar zou Luca Sellari, de burgemeester van Filettino, bereid zijn te fuseren met zijn aartsvijand.

En Luca liet zijn stem horen. "Basta," zei hij. "Als het zo zit, dan verklaar ik bij deze mijn dorp onafhankelijk. Ik roep Filettino uit tot zelfstandig Prinsdom, en wij zijn vanaf vandaag onafhankelijk van Italië, onafhankelijk van Europa, en wij varen onze eigen koers."
Het werd een scoop van wereldformaat. Televisiestations uit de hele wereld trokken naar het onooglijke dorpje om reportages te maken, de burgemeester en zijn inwoners te interviewen, en iedereen vond het een geweldige grap.

Maar voor Luca was het geen grap, maar menens. Er was nog heel wat meer onvrede in Filettino. De jeugd trok weg uit dit dorp omdat er geen droog brood te verdienen was. Ja, ze hadden wel een oubollige skipiste, maar zelden sneeuw, laat staan geld om de boel wat op te knappen. Ze hadden ook veel bomen, die ze graag wilden hakken en verhandelen, maar dat werd hun verboden door Europese maatregelen. En wat nog het meest stak, was dat het bergriviertje dat in Filettino ontsprong, het drinkwater leverde voor Rome, maar dat ze daar geen cent voor kregen. Dat zou allemaal afgelopen zijn, wanneer ze zelfstandig waren. Die Romeinen zouden betalen voor hun kostbare, frisse water, en dat zou Filettino welvarend maken.

De romanschrijver in mij rook een verhaal. In de dappere strijd van de brutale burgemeester die het in zijn eentje opnam tegen de enorme overmacht van Europa, en voortaan zijn eigen koers wilde varen, zag ik een prachtig verhaal dat het grote verhaal en dilemma van de Europese crisis vertelt. Het werd mijn nieuwe roman "De Prins van Filettino".

Wij zijn zelf verantwoordelijk voor onze toekomst.

Onze leiders zijn geen leiders maar boekhouders. Mensen zonder visie, dromen en idealen. We zullen het dus zelf moeten doen. En het goede nieuws is; we kunnen veel meer dan we denken. De Berlijnse muur is kunnen vallen al leek dat zo lang ondenkbaar te zijn. Dictators zijn verjaagd al leken ze voor eeuwig te zullen regeren. Dus waarom zou het ongebreidelde kapitalisme niet kunnen instorten? Maar laten we niet alleen maar schoppen tegen het systeem, maar vooral een nieuw systeem opbouwen. Stap voor stap.

Wij zijn vergeten dat geld gebaseerd is op geloof. Geld an sich is niets waard. Ja, vroeger nog wel, toen we een goudstandaard hadden, waarbij het geld een symbolische weergave was van de goudvoorraad. Het was een simpel en briljant geldsysteem, door niemand minder dan door het grote genie Isaac Newton bedacht. Nu is geld precies dat waard waarvan wij bereid zijn te geloven dat het waard is. Al die miljarden waar onze leiders mee goochelen, bestaan immers niet. Het is een pure virtuele werkelijkheid die geen enkele grondslag meer heeft in de werkelijke wereld. De Fed, in Amerika, drukt dollars tegen de klippen op, zonder enig gevoel voor realiteit. Of tenminste zonder gevoel voor onze realiteit. Onlangs ontdekte ik tot mijn verbijstering dat de Fed niet de centrale bank is van Amerika, maar een privé bank, die de privé belangen van zijn eigenaren dient. Naar verluidt een groepje steenrijke families die de hele wereldeconomie in handen hebben en gijzelen.

En dat kan alleen maar, zolang wij bereid zijn te geloven in de enorme leugen die geld is geworden. In werkelijkheid zijn het enkel cijfers in een computer. Cijfers die van het ene moment op het andere gewist kunnen worden. Cijfers die enkel waardeloze briefjes papier vertegenwoordigen, maar geen werkelijke waarden meer in de wereld. Een enorme luchtballon die ontzettend op knappen staat.

En de enigen die deze waanzin een halt kunnen toeroepen, zijn wij. Onze politici, onze bankiers en onze mega-ondernemingen vechten krampachtig om dit logge onbegrijpelijke vehikel in stand te houden. Deze oude manier van denken waarbij wij mensen een massale veestapel zijn die gemolken worden door een kleine elite die er alles aan gelegen is hun fortuin en macht te beschermen.
Wanneer wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit corrupte systeem, dat we de leugen doorprikken dat alleen een mondiale economie, schaalvergroting, een gemeenschappelijke munt ons verlichting zou brengen, dat wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit geldsysteem, dan stort het in elkaar. Natuurlijk zal dat een enorme puinhoop zijn. Maar de dingen die werkelijk wat waard zijn, zoals ons dagelijks brood en ons drinken, die zullen weer naar waarde gewaardeerd worden, en niet de schimmige manipulaties van snelle jongens in vlotte pakken die ons met verdeel en heers denken in het gareel houden.

Het is tijd om BASTA te zeggen!

Het wordt tijd dat we net zoals dat kleine dorpje in Italië, durven onze onafhankelijkheid af te roepen. Dat we ons eigen prinsdom stichten. Een nieuwe munt durven te omarmen, gebaseerd op werkelijke waarde, en we de kettingen van de rente afgooien en verbieden. Want dat rente een virtueel monster is dat alleen maar groter en verschrikkelijker wordt, dat moeten we op zijn minst nu toch wel geleerd hebben.

We moeten de moed hebben om opnieuw te beginnen. De moed hebben om in te zien dat we belazerd worden. En dat het geen excuus is dat we het zogenaamd niet meer snappen, omdat men het bewust allemaal zo ingewikkeld en complex voorstelt. In wezen is het natuurlijk ongelooflijk simpel. Ieder kind snapt het. Als het 1 euro zakgeld krijgt, kan het wel een snoepje kopen, maar niet een fiets. Zo simpel is het.

Laten wij, die toch koketteren dat we met bewustzijn bezig zijn, eens voor een keer niet alleen met onze eigen navel bezig zijn, maar met deze wereld, zodat zowel onze kinderen, als al die kinderen in landen die nu hongerend ten onder gaan, een toekomst hebben, en niet de schuld zullen moeten afbetalen die wij onze leiders nu zonder enig protest laten maken.

Laten we massaal de straat op gaan. Dag na dag na dag. Net zoals in het Midden Oosten. Net zolang tot het gezonde verstand weer regeert. Laat ons excuus naar komende generaties niet zijn: "Wir haben es nicht gewust". Want we staan er nu allemaal bij, en we kijken er naar. We worden geregeerd door angst. Maar angst is slechts voor één ding bang... dat wij niet langer bang voor hem zullen zijn.
Geert Kimpen

Ik heb een facebook pagina opgericht "De BastaBeweging" om iedereen die in actie wil komen, met elkaar in contact te brengen, om nieuwe ideeën uit te wisselen en te discussieren. Door op onderstaande pagina op "vind ik leuk" te klikken, kan je mee doen: https://www.facebook.com/messages/?action=read&tid=mid.1379159228607%3A8f09d1ad1c1968bd44#!/deBastaBeweging?fref=ts

Het is tijd om BASTA te zeggen

01/09/2013
MOEDIG GEZIN WEIGERT BANK TE BETALEN

Op verzoek van alle bezoekers van de Levenskunstbeurs n.a.v. de lezing van Geert Kimpen, "Nooit meer geldzorgen".

« HET PROBLEEM IS NIET SCHULD MAAR RENTE »

Door: Mind over Matter op 22 juni, 2012

Alexander, Linda & kinderen

 

Stedegroen 16 | 9408 HB | Assen

 

Komende week komt het huis wat wij bewonen in de verkoop. De reden daarvoor is dat wij al 8 maanden lang géén hypotheek meer betaald hebben. Het waarom kun je nalezen in deze ‘brief aan de bank’. Zij is tevens verzonden naar alle banken, (regionale)radio, televisie en kranten en de politiek in Nederland en België.

 

Waarom delen wij dat met jou? Wij zijn nadrukkelijk niet op zoek naar mededogen, erkenning, verwijten of goedkeuring. Je mag er van vinden wat jij wilt. Wat wij willen is dat je er kennis van neemt. Daarnaast willen we deze kans benutten om een stuk bewustwording neer te leggen. Wat wij vragen is dat je leest wat we te vertellen hebben, de brief deelt met jouw naaste familie, vrienden, werkgever, collegae? Kijk naar wat er in je resoneert, waar je op reageert. Dan hebben wij gedaan wat we wilden doen.

 

Dit – wat we vertellen – is nog maar het topje van de ijsberg. Het laat zich raden wat onze visie is op de gezondheidszorg, het onderwijs en religie, maar vooral wat het antwoord volgens ons is op ‘wie ben ik’. Er is veel meer te vertellen over de dissonante manier van leven, met alle arrogantie van dien, die wij mensen erop nahouden. Een manier van leven die ons gevangen houdt, de illusie van enige vooruitgang creëert en ons afhankelijk maakt van anderen. We hoeven alleen in alle eerlijkheid onze ogen te openen, in plaats van ze te sluiten wanneer het ons niet uitkomt.

 

Brief naar de bank, 11 juni 2012:

 

Inleiding

 

Wij zijn een jong gezin met drie kleine kinderen die een situatie hebben gecreëerd omdat we niet anders konden. Er diende zich informatie aan waaraan we gehoor moesten geven. Waar we op doelen is de nieuwsgierigheid naar de waarheid achter geld, waarom het leven zo is zoals we dat ervaren en met name het moeten werken om een onderdak, voeding en kleding te hebben. Wij zijn niet de enigen die twijfels en vragen hebben en zijn voor de antwoorden gegaan.

 

Voor alle duidelijkheid; u heeft ons tot op heden uitstekend behandeld, dus wat wij hier verkondigen heeft niets met u persoonlijk of uw organisatie uit te staan. Ongeacht welke gevolgtrekkingen u uit deze brief haalt of acties die u onderneemt zullen wij op deze manier naar u blijven kijken.

 

Status Quo

 

U schrijft ons in uw voornoemde brief drie ‘keuzes’ voor:

 

1. vóór 15 juni € 5.984,26 betalen,

 

2. U een betalingsregeling ter goedkeuring voorleggen,

 

3. wij ‘onze’ woning zelf in de verkoop moeten zetten.

 

(voordat deze, zoals u zegt, ’door een veiling door ons verkocht zal worden’)

 

Wat u ons voorlegt ervaren wij als ‘kiezen uit de minst kwade’, in plaats van het beste. Welke keus wij ook nemen, het is een keuze in uw belang, niet in die van ons. Onze rechten lijken te zijn vervallen doordat we niet langer betalen. Dat tonen wij u aan. Het systeem waarin ook u opereert blijft in gebreke en discrimineert, niet wij.

 

Draagvlak

 

Deze brief is aan zeer veel instanties verstuurd w.o. de buurtbewoners, (regionale) kranten, televisie, radio, de politiek en collega banken. Het briefhoofd is aangepast omdat wij nogmaals met nadruk willen stellen dat dit niet bedoeld is om ù in verlegenheid te brengen, dan wel het systeem bloot te leggen dat ook uw organisatie co-creëert en volgt. Het is bedoeld te delen en misschien zelfs een publiekelijke discussie op gang te brengen.

 

Overeenkomst ‘X’

 

Wanneer u zich wilt beroepen op de door ons afgesloten overeenkomst, per 30 maart 2007, inzake het onroerend goed ‘Stedegroen 16, Assen’, zullen wij dat bestrijden en wel om de volgende reden:

 

Essentie

 

“Tenzij u in staat bent om aan te tonen dat de hypothecaire lening “X”, groot, één-honderd-zeven-en-negentig-duizend-vijfhonderd (197.500) euro, volledig gedekt is door uw eigen middelen, verklaren wij de overeenkomst tussen ons ongeldig”.

 

Een geldige overeenkomst veronderstelt dat iedere deelnemer een gelijkwaardige inbreng van zaken moet leveren. U levert geld, voor een huis wat wij willen bewonen. Wanneer dat geld niet uw eigendom is en zelfs niet fysiek bestaat, is er dus ook geen sprake van een overeenkomst.

 

Wij vragen u ons aan te tonen, middels een officieel schrijven, wat de waarheid is.

 

Claim

 

Wij stellen dat het geld wat u moeten terugbetalen, nooit bestaan heeft. U creëert geld du moment u daarvoor akkoord geeft. Wij claimen voorts ook dat als u ons geld ‘leent’ het niet uw eigendom is. De katalysator achter dit systeem? Winst maken (door fractionele geldcreatie).

 

Frauduleus?

 

Dit systeem wordt beschermd met allerlei financieel jargon, om nieuwsgierigen af te schrikken. Banken pogen zo onhelder mogelijk te zijn, is onze ervaring. Toch wanneer je daar doorheen breekt, blijft er iets simpels over. De Nederlandse (centrale) Bank, heeft haar taken bij de introductie van de Euro overgedragen aan de ECB. De ECB is in handen van de Rothschilds. Het is zorgwekkend dat het beheer van het geld in de EU volledig en alleen in handen van deze privé-onderneming ligt.

 

Zij – de ECB – creëert geld letterlijk uit lucht. ‘Stortingen’ vinden digitaal plaats. Tot dusverre is er geen vuiltje aan de lucht, afgezien van het gegeven dat waarde nergens op is gebaseerd en het meeste geld fysiek niet bestaat. ‘Niks’ vormt de kern en de waarde van het digitale geld wordt gederiveerd – het ‘leent’ waarde – van het fysieke geld wat in omloop is. Maar het wordt nog erger.

 

Er moet rente over het geleende bedrag betaald worden. Hier gaat het pas goed mis.

 

Want hoe kun je in de eerste plaats nu geld moeten/willen lenen wat er feitelijk niet is?

 

Hoe en wat kun/moet je in de tweede plaats dan terugbetalen? Er is niks.

 

En hoe kun je in de derde plaats over dat niet bestaande geleende geldrente moeten betalen?

 

Het geld waarmee je ‘betaalt’ is ook besmet met dezelfde last. Je kunt nooit uit de schulden komen en hoe meer geld er ingepompt wordt, hoe groter de schuld wordt. Om over de idioterie van herfinancieringen van oude leningen of minder of geen rente betalen bij veel vertrouwen maar te zwijgen. Het is zinloos en volgens Artikel 1 van de Grondwet ook nog eens discriminerend?

 

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”.

 

Banken zijn ‘geld creërende instanties’. In vrijheid van het creëren van geld is De Centrale Bank zonder beperkingen. Terwijl valsmunters strafbaar zijn! Deze hele (banken)crisis is een grote poppenkast. Het bestaat niet. Het enige wat naast die rente nog een probleem vormt is de inflatie. Méér geld betekent een hogere inflatie. Wie betaalt dat? Juist: de burger. Als verborgen ‘belasting’.

 

Dit systeem voeden, in stand houden en er winst uit claimen, mag je dat fraude noemen?

 

Voeding, onderdak en kledingbehoren tot het geboorterecht van ieder mens. De waarheid is dat de aarde ons allen daarin uitstekend kan voorzien. Wat centraal staat is het consumptiegedrag: wat hebben we werkelijk nodig? Deze samenleving werkt echter verindividualisering in de hand. ‘Bling-bling’ heeft economische schijnbelangen gecreëerd, waardoor we de afgelopen jaren verder zijn afgedreven van waar-heid dan ooit. Onze consumptie houdt dit financiële systeem in stand en blokkeert elke wezenlijke vooruitgang.

 

Het leven nu is dan ook een kermis, een illusie. Net als bezit. Steeds meer mensen hebben financiële en (mede daardoor ook) grote geestelijke problemen. De gezondheidszorg in hetzelfde financiële systeem als alle instellingen waarmee we als maatschappij te maken hebben. Het maakt winst terwijl onze kosten alleen maar stijgen. Zeker nu het eigen risico naar 350 euro stijgt en nog verder bezuinigd wordt … We blijven maar ’ja’ knikken en gaan in september weer stemmen op de grootste mooiprater, terwijl de actie ‘verder bezuinigen’ is. Is dat een goede en passende oplossing voor iedereen? Of voor het economische bestel?

 

In het systeem is ingebouwd (en daar is geen ontkomen aan), dat je (steeds langer) moet blijven uitgeven, om te leven, omdat de circulatie van geld draaiende moet blijven. Dit systeem misbruikt. Je kunt nooit schuldenvrij zijn zolang geld bestaat. Iedere euro is wel verschuldigd aan iemand. Geen circulatie, geen winst, geen macht. In wie zijn belang is dit (sociaal) verlammende systeem? Maar we leven wel in vrijheid…

 

Onze ‘Vrijheid’ Is dan ook het best te vergelijken met slavernij. Ook al werd deze in 1863 beëindigd, de toenmalige slaven waren verplicht een arbeidsovereenkomst van 10 jaar af te sluiten omdat anders de plantage-economie zou instorten. Toen is met het ‘recht op arbeid’ gaan noemen.

 

Deze slavernij is nog steeds van toepassing en wordt gebracht door toepassing van omgekeerde psychologie. Geef mensen de illusie van ‘vrijheid’, door hen werk, de mogelijkheid tot geld verdienen, vrije vestiging, onderwijs en gezondheidszorg aan te bieden. Maar zorg wel dat ze ervoor moeten blijven werken, het liefst tot in het graf. Dat noemen we ‘recht op arbeid’… Vrijheid?

 

De prijs van deze ‘vrijheid’ is hoog…

 

Om de economie draaiende en de geldcirculatie op gang te houden moet er over-geconsumeerd worden. Dat gebeurt automatisch, omdat ons steeds sterker wordende behoefte naar het afkopen van dissonante gevoelens verder toeneemt. Dat zijn gevoelens die we hebben omdat we weten dat wat we doen niet goed is voor ons. Vergelijk het met het moment dat je liegt, dat weet je. Maar ons lichaam reageert wel overal op, als een grote antenne, maar dat komt ons niet uit, dus ook dat onderdrukken we. Met medicijnen en ‘bling-bling’. Daar is o.a. de farmaceutische industrie weer blij mee, want ook zij zijn alleen op winst gericht. Is het in hun belang de bevolking gezond te krijgen of te houden? Als klachten hebben geld oplevert? Kan het stoppen wanneer ontevredenheid geld oplevert? Ontevredenheid kan en mag maar één ding opleveren: niets. Waarom sluiten we onze ogen daarvoor en doen we alsof we ‘rijk’ zijn en alles kunnen?

 

En dus is er een economie ontstaan die alles behalve ECOnomisch is. Het is een gelegaliseerde aanslag op mens, dier en boom en alle bronnen die misbruikt worden. En 50% van de bevolking letterlijk sterft van de honger. Daaraan zijn wij allemaal schuldig, zolang dit systeem word gevoed.

 

Bestaat er een uitweg? Dat is moeilijk te zeggen. Vast staat wel dat we door onze conditioneringen, geen actie kunnen (omdat er letterlijk in ons hoofd geen ruimte voor is) én durven (door angst) ondernemen. Dát houdt ons gevangen. Zolang we zeker weten dat geld-leven is, is het niets meer dan een geïndoctrineerd geloof. In selecte groep mensen heeft daar belang in gezien en dit blijft bestaan door ons eigen stupide, afhankelijke, egoïstische, aangeleerde en kinderlijke gedrag.

 

Terwijl de kooi openstaat naar vrijheid, vieren we in plaats daarvan de middelmatigheid.

 

Als het waar is dat IJsland onlangs alle hypotheekschulden heeft kwijtgescholden en de politiek en banken voor de rechter heeft gedaagd, wat zou dat dan voor Nederland kunnen betekenen? Wat als de macht van de ECB verder toeneemt door één centraal financieel ministerie? In commerciële termen betekent dat een monopolie. Staat u in voor die gevolgen? Zou je dat een dictatuur kunnen noemen? De landen die dit systeem openlijk niet steunen zijn o.a. Libië, Irak, Iran en Noord-Korea zijn. Zou je de ontwikkelingen daaromtrent toevallig kunnen noemen?

 

Vrijheid!

 

Dat IS er gewoon. Vrijheid is een ingegraveerd Kosmisch recht. Wij willen gewoon Zijn, zonder ook maar iets te moeten. Wij gebruiken wat nodig is om te kunnen leven. Als echte vrijheid er nu mag zijn, hoeveel mensen, denkt u, zullen dan vandaag stoppen met werken?

 

Keus!

 

Voor ons staat het als een paal boven water: ieder systeem waarin een (winst)belang zit, zal instorten. Wij willen daarvan geen deel uitmaken. Geen enkelsysteem kennen wij waarde toe, er is altijd iets of iemand waarvan het ten koste gaat.

 

Wij maken ons ook geen illusies: een gevecht tegen u of tegen het systeem gaan wij niet (alleen) winnen. Dat zou namelijk ten koste gaan van u en dat recht hebben wij niet. U heeft het recht te doen en geloven wat u wilt. Maar hebben wij dat ook? Artikel 1 van de Grondwet, hier eerder genoemd, zegt van wel. Maar is het ook écht zo? U heeft ons opgedragen uit drie keuzen te kiezen. Het maken van een keus veronderstelt dat je weet wat die keuzes zijn en inhouden. Dat weten wij.

 

Wij betalen geen hypotheek meer. Dat was een bewuste keus. Nu handelen we ook door direct de verkoopopdracht te verstrekken aan makelaardij Assen. Wat morgen brengen zal? Dat is de vraag. En precies zo willen we het.

 

Met een warme en welgemeende groet,

 

Alexander, Linda & kinderen

  

MOEDIG GEZIN WEIGERT BANK TE BETALEN

23/08/2013
Het is tijd voor een revolutie.

Door Geert Kimpen.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar met verbijstering volg ik het financiële nieuws op radio, tv en in de kranten. Voor het eerst in mijn leven heb ik een soort van onderbuik gevoel over een mondiale crisis die zijn weerga niet kent. Ik ben nochtans geen doemdenker. Maar het slechte nieuws dat onafgebroken over ons heen dondert, boezemt me angst in.
Dat bedrijven failliet kunnen gaan, lijkt me evident. Dat banken omver kegelen, vond ik erg schokkend maar is inmiddels eigenlijk al vertrouwd nieuws geworden. Maar dat nu ook landen op het punt staan in te storten, vind ik huiveringwekkend. Geen landen in Afrika, noch in Zuid-Amerika, nee, hier vlakbij, bondgenoten in onze Europese Unie.
Ik zie de zenuwachtigheid in de ogen van onze politieke leiders, die nog nauwelijks hun natuurlijke kalmte en zelfvertrouwen kunnen bewaren. Ik neem notitie van de vele geheime tops die plaatsvinden en waarvan niemand weet wat er precies bedisseld wordt. Ik onderga gelaten de ene afkondiging na de andere van op til staande bezuinigingen, donkere prognoses, en net als ieder ander, heb ik nog geen flauw idee welke impact al deze rampspoed op jouw of mijn leven concreet zal hebben.
Het enige dat ik wel weet, of voel, is een onbehaaglijk gevoel van ongelooflijk opgelicht te zijn. Een soort onmachtige kwaadheid van genaaid te zijn door een financieel systeem dat dol is gedraaid waarvan jij en ik niet de voordelen genoten, maar nu wel de rekening van moeten betalen.
Waarom zwijgen we?
Miljarden vliegen ons om de oren als grootheden die niemand meer kan vatten. Niemand begrijpt hoe soms in een weekend tijd, met druk overleg op geheime locaties, enkele miljarden gevonden kunnen worden om een bank overeind te houden. Hoe het mogelijk is dat we blijkbaar wel miljarden ‘ergens op een rekening' hebben staan om Griekenland te redden. Maar hoe onverbiddelijk anderzijds onze leiders beweren dat we moeten bezuinigen op alles wat voor ons mensen lief en noodzakelijk is.
Hoe kunnen we begrijpen dat er miljarden naar andere banken en landen gesluisd worden, en dat voor alles waarvoor wij dachten belastingen te betalen, ons pensioen, onze zorgkosten, ons onderwijs, steeds minder en minder geld is?
Maar het meest verbijsterd nog ben ik door ons stilzwijgen. Gelaten zitten we als konijnen in de enorme gloeilamp van onze televisie te kijken, we laten ons vermaken door de hysterische lach van Gordon, door Patricia Paay die lichtelijk lijdend aan Alzheimer niet meer precies weet met ze het allemaal deed, of door een programma met hulpeloze mensen die het nog nooit deden en dit nu in prime time op tv alsnog zullen doen... en we houden onze mond. Alsof we gehypnotiseerd zijn. Lamgeslagen, monddood gemaakt. Versuft door brood en spelen.
Wij hebben de crisis toch niet veroorzaakt? Wij hebben toch geen misdadige financiële producten bedacht die ons deden geloven dat ze onze winst zouden verdriedubbelen, maar gebaseerd waren op lucht, en alleen enkele bankiers en aandeelhouders steenrijk maakten? Wij hebben toch geen onverantwoorde hypotheken verschaft? Wij hebben toch niet betoogd dat we perse de euro wilden? Wij hebben ons toch niet verrijkt met exuberante bonussen waarvan je meerdere dorpen een jaar lang zou kunnen onderhouden?
Maar toch ondergaan we het apathisch. We komen niet de straat op. Niet voor onszelf, noch voor onze kinderen, en al helemaal niet voor de miljoenen mensen in de Hoorn van Afrika die op dit moment sterven van honger en dorst. We gedragen ons als onmachtigen. We begrijpen in het beste geval dat we gemanipuleerd worden. Dat wij onrechtmatig rekeningen moeten betalen van zaken waar we niet om gevraagd hebben. Dat al onze inspanningen om iets van ons eigen leven te maken, ontmoedigd worden, belast, en we verpulverd worden onder deprimerend makend nieuws. We verschuilen ons in onze huizen en slikken als makke schapen dat er geen geld meer is voor de zwaksten in onze samenleving, en gaan haast geloven dat ontwikkelingshulp weggesmeten geld is. We verschuilen ons onder ons warme dekbed en hopen dat de storm wel zal overwaaien en dat de schade voor ons eigen leven wel zal meevallen.
Waarom zeggen we niet collectief "nee"? Waarom nemen we geen voorbeeld aan de volkeren in Tunesië en Egypte, die het ook niet langer pikten, en net zolang de straat opgingen, tot hun leiders met pek en veren verjaagd werden? Is het omdat we Rutte zo'n sympathiek joch vinden? Dat we denken dat zo'n gestudeerde jongen het wel beter zal weten dan ons eigen gezonde verstand?
Iedere revolutie begint met één man die opstaat.
In heel Europa is er welgeteld één dorp dat "nee" zegt. Een klein dorpje in de buurt van Rome. Filettino. De burgemeester van dit dorp, zei; "Bekijk het maar. Wij gaan niet de rekening betalen van onze corrupte leiders. Wij verklaren ons bij deze onafhankelijk. Vanaf nu zijn we ons eigen Prinsdom, en drukken we onze eigen munt." En dat hebben ze dus gedaan.
Wat was er dan aan de hand dan in Filettino, vraagt u zich wellicht af. Wel, de geschiedenis ontwikkelt zich razend snel, maar ongetwijfeld herinnert u zich nog ene Berlusconi? Een klein, dik en glanzend mannetje die zowat helemaal Italië bezat, bestierde en bezwangerde? Wel dit duivelse kereltje werd door zijn Europese vrienden ter orde geroepen. Hij moest drastisch bezuinigen want anders zou zijn verspilzucht het hele Europese rijk in de afgrond storten. Berlusconi beloofde het, en één van de eerste maatregelen die hij uitriep was dat alle Italiaanse dorpjes met minder dan 1000 inwoners moesten fuseren met andere dorpjes, zodat ze minimaal 1000 inwoners telden.
Deze maatregel sloeg in Filettino in als een bom. Het zou betekenen dat dit dorpje van 554 inwoners moest fuseren met het nabij gelegen bergdorpje Trevi nel Lazio van 1796 inwoners. Maar er zijn geen grotere rivalen denkbaar dan de burgemeesters van deze twee dorpjes. Ze hebben allebei een voetbalclub en daarin bestrijden ze elkaar op leven en dood. In nog geen duizend jaar zou Luca Sellari, de burgemeester van Filettino, bereid zijn te fuseren met zijn aartsvijand.
En Luca liet zijn stem horen. "Basta," zei hij. "Als het zo zit, dan verklaar ik bij deze mijn dorp onafhankelijk. Ik roep Filettino uit tot zelfstandig Prinsdom, en wij zijn vanaf vandaag onafhankelijk van Italië, onafhankelijk van Europa, en wij varen onze eigen koers."
Het werd een scoop van wereldformaat. Televisiestations uit de hele wereld trokken naar het onooglijke dorpje om reportages te maken, de burgemeester en zijn inwoners te interviewen, en iedereen vond het een geweldige grap.
Maar voor Luca was het geen grap, maar menens. Er was nog heel wat meer onvrede in Filettino. De jeugd trok weg uit dit dorp omdat er geen droog brood te verdienen was. Ja, ze hadden wel een oubollige skipiste, maar zelden sneeuw, laat staan geld om de boel wat op te knappen. Ze hadden ook veel bomen, die ze graag wilden hakken en verhandelen, maar dat werd hun verboden door Europese maatregelen. En wat nog het meest stak, was dat het bergriviertje dat in Filettino ontsprong, het drinkwater leverde voor Rome, maar dat ze daar geen cent voor kregen. Dat zou allemaal afgelopen zijn, wanneer ze zelfstandig waren. Die Romeinen zouden betalen voor hun kostbare, frisse water, en dat zou Filettino welvarend maken.
De romanschrijver in mij rook een verhaal. In de dappere strijd van de brutale burgemeester die het in zijn eentje opnam tegen de enorme overmacht van Europa, en voortaan zijn eigen koers wilde varen, zag ik een prachtig verhaal dat het grote verhaal en dilemma van de Europese crisis vertelt. Het werd mijn nieuwe roman "De Prins van Filettino".
Wij zijn zelf verantwoordelijk voor onze toekomst.
Onze leiders zijn geen leiders maar boekhouders. Mensen zonder visie, dromen en idealen. We zullen het dus zelf moeten doen. En het goede nieuws is; we kunnen veel meer dan we denken. De Berlijnse muur is kunnen vallen al leek dat zo lang ondenkbaar te zijn. Dictators zijn verjaagd al leken ze voor eeuwig te zullen regeren. Dus waarom zou het ongebreidelde kapitalisme niet kunnen instorten? Maar laten we niet alleen maar schoppen tegen het systeem, maar vooral een nieuw systeem opbouwen. Stap voor stap.
Wij zijn vergeten dat geld gebaseerd is op geloof. Geld an sich is niets waard. Ja, vroeger nog wel, toen we een goudstandaard hadden, waarbij het geld een symbolische weergave was van de goudvoorraad. Het was een simpel en briljant geldsysteem, door niemand minder dan door het grote genie Isaac Newton bedacht. Nu is geld precies dat waard waarvan wij bereid zijn te geloven dat het waard is. Al die miljarden waar onze leiders mee goochelen, bestaan immers niet. Het is een pure virtuele werkelijkheid die geen enkele grondslag meer heeft in de werkelijke wereld. De Fed, in Amerika, drukt dollars tegen de klippen op, zonder enig gevoel voor realiteit. Of tenminste zonder gevoel voor onze realiteit. Onlangs ontdekte ik tot mijn verbijstering dat de Fed niet de centrale bank is van Amerika, maar een privé bank, die de privé belangen van zijn eigenaren dient. Naar verluidt een groepje steenrijke families die de hele wereldeconomie in handen hebben en gijzelen.
En dat kan alleen maar, zolang wij bereid zijn te geloven in de enorme leugen die geld is geworden. In werkelijkheid zijn het enkel cijfers in een computer. Cijfers die van het ene moment op het andere gewist kunnen worden. Cijfers die enkel waardeloze briefjes papier vertegenwoordigen, maar geen werkelijke waarden meer in de wereld. Een enorme luchtballon die ontzettend op knappen staat.
En de enigen die deze waanzin een halt kunnen toeroepen, zijn wij. Onze politici, onze bankiers en onze mega-ondernemingen vechten krampachtig om dit logge onbegrijpelijke vehikel in stand te houden. Deze oude manier van denken waarbij wij mensen een massale veestapel zijn die gemolken worden door een kleine elite die er alles aan gelegen is hun fortuin en macht te beschermen.
Wanneer wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit corrupte systeem, dat we de leugen doorprikken dat alleen een mondiale economie, schaalvergroting, een gemeenschappelijke munt ons verlichting zou brengen, dat wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit geldsysteem, dan stort het in elkaar. Natuurlijk zal dat een enorme puinhoop zijn. Maar de dingen die werkelijk wat waard zijn, zoals ons dagelijks brood en ons drinken, die zullen weer naar waarde gewaardeerd worden, en niet de schimmige manipulaties van snelle jongens in vlotte pakken die ons met verdeel en heers denken in het gareel houden.
Het is tijd!
Het wordt tijd dat we net zoals dat kleine dorpje in Italië, durven onze onafhankelijkheid af te roepen. Dat we ons eigen prinsdom stichten. Een nieuwe munt durven te omarmen, gebaseerd op werkelijke waarde, en we de kettingen van de rente afgooien en verbieden. Want dat rente een virtueel monster is dat alleen maar groter en verschrikkelijker wordt, dat moeten we op zijn minst nu toch wel geleerd hebben.
We moeten de moed hebben om opnieuw te beginnen. De moed hebben om in te zien dat we belazerd worden. En dat het geen excuus is dat we het zogenaamd niet meer snappen, omdat men het bewust allemaal zo ingewikkeld en complex voorstelt. In wezen is het natuurlijk ongelooflijk simpel. Ieder kind snapt het. Als het 1 euro zakgeld krijgt, kan het wel een snoepje kopen, maar niet een fiets. Zo simpel is het.
Laten wij, die toch koketteren dat we met bewustzijn bezig zijn, eens voor een keer niet alleen met onze eigen navel bezig zijn, maar met deze wereld, zodat zowel onze kinderen, als al die kinderen in landen die nu hongerend ten onder gaan, een toekomst hebben, en niet de schuld zullen moeten afbetalen die wij onze leiders nu zonder enig protest laten maken.
Laten we massaal de straat op gaan. Dag na dag na dag. Net zoals in het Midden Oosten. Net zolang tot het gezonde verstand weer regeert. Laat ons excuus naar komende generaties niet zijn: "Wir haben es nicht gewust". Want we staan er nu allemaal bij, en we kijken er naar. We worden geregeerd door angst. Maar angst is slechts voor één ding bang... dat wij niet langer bang voor hem zullen zijn.
Geert Kimpen.
De roman "De Prins van Filettino", een optimistisch, inspirerend verhaal in sombere tijden, is te koop in alle boekhandels, of via: www.geertkimpen.com

Het is tijd voor een revolutie.

23/08/2013
Het is tijd voor een revolutie.

DE DROOM VAN FILETTINO

Het is tijd voor een revolutie.

Door Geert Kimpen.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar met verbijstering volg ik het financiële nieuws op radio, tv en in de kranten. Voor het eerst in mijn leven heb ik een soort van onderbuik gevoel over  een mondiale crisis die zijn weerga niet kent. Ik ben nochtans geen doemdenker. Maar het slechte nieuws dat onafgebroken over ons heen dondert, boezemt me angst in.

Dat bedrijven failliet kunnen gaan, lijkt me evident. Dat banken omver kegelen, vond ik erg schokkend maar is inmiddels eigenlijk al vertrouwd nieuws geworden. Maar dat nu ook landen op het punt staan in te storten, vind ik huiveringwekkend. Geen landen in Afrika, noch in Zuid-Amerika, nee, hier vlakbij, bondgenoten in onze Europese Unie.

Ik zie de zenuwachtigheid in de ogen van onze politieke leiders, die nog nauwelijks hun natuurlijke kalmte en zelfvertrouwen kunnen bewaren. Ik neem notitie van de vele geheime tops die plaatsvinden en waarvan niemand weet wat er precies bedisseld wordt. Ik onderga gelaten de ene afkondiging na de andere van op til staande bezuinigingen, donkere prognoses, en net als ieder ander, heb ik nog geen flauw idee welke impact al deze rampspoed op jouw of mijn leven concreet  zal hebben.

Het enige dat ik wel weet, of voel, is een onbehaaglijk gevoel van ongelooflijk opgelicht te zijn. Een soort onmachtige kwaadheid van genaaid te zijn door een financieel systeem dat dol is gedraaid  waarvan jij en ik niet de voordelen genoten, maar nu wel de rekening van moeten betalen.

Waarom zwijgen we?

Miljarden vliegen ons om de oren als grootheden die niemand meer kan vatten. Niemand begrijpt hoe soms in  een weekend tijd, met druk overleg op geheime locaties, enkele miljarden gevonden kunnen worden om een bank overeind te houden. Hoe het mogelijk is dat we blijkbaar wel miljarden ‘ergens op een rekening’ hebben staan om Griekenland te redden. Maar hoe onverbiddelijk anderzijds onze leiders beweren dat we moeten bezuinigen op alles wat voor ons mensen lief en noodzakelijk is.

Hoe kunnen we begrijpen dat er miljarden naar andere banken en landen gesluisd worden, en dat voor alles waarvoor wij dachten belastingen te betalen, ons pensioen, onze zorgkosten, ons onderwijs, steeds minder en minder geld is?

Maar het meest verbijsterd nog ben ik door ons stilzwijgen. Gelaten zitten we als konijnen in de enorme gloeilamp van onze televisie te kijken, we laten ons vermaken door de hysterische lach van Gordon, door Patricia Paay die lichtelijk lijdend aan Alzheimer niet meer precies weet met ze het allemaal deed, of door een programma met hulpeloze mensen die het nog nooit deden en dit nu in prime time op tv alsnog zullen doen… en we houden onze mond. Alsof we gehypnotiseerd zijn. Lamgeslagen, monddood gemaakt. Versuft door brood en spelen.

Wij hebben de crisis toch niet veroorzaakt? Wij hebben toch geen misdadige financiële producten bedacht die ons deden geloven dat ze onze winst zouden verdriedubbelen, maar gebaseerd waren op lucht, en alleen enkele bankiers en aandeelhouders steenrijk maakten? Wij hebben toch geen onverantwoorde hypotheken verschaft? Wij hebben toch niet betoogd dat we perse de euro wilden? Wij hebben ons toch niet verrijkt met exuberante bonussen waarvan je meerdere dorpen een jaar lang zou kunnen onderhouden?

Maar toch ondergaan we het apathisch. We komen niet de straat op. Niet voor onszelf, noch voor onze kinderen, en al helemaal niet voor de miljoenen mensen in de Hoorn van Afrika die op dit moment sterven van honger en dorst. We gedragen ons als onmachtigen. We begrijpen in het beste geval dat we gemanipuleerd worden. Dat wij onrechtmatig rekeningen moeten betalen van zaken waar we niet om gevraagd hebben. Dat al onze inspanningen om iets van ons eigen leven te maken, ontmoedigd worden, belast, en we verpulverd worden onder deprimerend makend nieuws. We verschuilen ons in onze huizen en slikken als makke schapen dat er geen geld meer is voor de zwaksten in onze samenleving, en gaan haast geloven dat ontwikkelingshulp weggesmeten geld is. We verschuilen ons onder ons warme dekbed en hopen dat de storm wel zal overwaaien en dat de schade voor ons eigen leven wel zal meevallen.

Waarom zeggen we niet collectief “nee”? Waarom nemen we geen voorbeeld aan de volkeren in Tunesië en Egypte, die het ook niet langer pikten, en net zolang de straat opgingen, tot hun leiders met pek en veren verjaagd werden? Is het omdat we Rutte zo’n sympathiek joch vinden? Dat we denken dat zo’n gestudeerde jongen het wel beter zal weten dan ons eigen gezonde verstand?

Iedere revolutie begint met één man die opstaat.

In heel Europa is er welgeteld één dorp dat “nee” zegt. Een klein dorpje in de buurt van Rome. Filettino. De burgemeester van dit dorp, zei; “Bekijk het maar. Wij gaan niet de rekening betalen van onze corrupte leiders. Wij verklaren ons bij deze onafhankelijk. Vanaf nu zijn we ons eigen Prinsdom, en drukken we onze eigen munt.” En dat hebben ze dus gedaan.

Wat was er dan aan de hand dan in Filettino, vraagt u zich wellicht af. Wel, de geschiedenis ontwikkelt zich razend snel, maar ongetwijfeld herinnert u zich nog ene Berlusconi? Een klein, dik en glanzend mannetje die zowat helemaal Italië bezat, bestierde en bezwangerde? Wel dit duivelse kereltje werd door zijn Europese vrienden ter orde geroepen. Hij moest drastisch bezuinigen want anders zou zijn verspilzucht het hele Europese rijk in de afgrond storten. Berlusconi beloofde het, en één van de eerste maatregelen die hij uitriep was dat alle Italiaanse dorpjes met minder dan 1000 inwoners moesten fuseren met andere dorpjes, zodat ze minimaal 1000 inwoners telden.

Deze maatregel sloeg in Filettino in als een bom. Het zou betekenen dat dit dorpje van 554 inwoners moest fuseren met het nabij gelegen bergdorpje Trevi nel Lazio van 1796 inwoners. Maar er zijn geen grotere rivalen denkbaar dan de burgemeesters van deze twee dorpjes. Ze hebben allebei een voetbalclub en daarin bestrijden ze elkaar op leven en dood. In nog geen duizend jaar zou Luca Sellari, de burgemeester van Filettino, bereid zijn te fuseren met zijn aartsvijand.

En Luca liet zijn stem horen.  “Basta,” zei hij. “Als het zo zit, dan verklaar ik bij deze mijn dorp onafhankelijk. Ik roep Filettino uit tot zelfstandig Prinsdom, en wij zijn vanaf vandaag onafhankelijk van Italië, onafhankelijk van Europa, en wij varen onze eigen koers.”

Het werd een scoop van wereldformaat. Televisiestations uit de hele wereld trokken naar het onooglijke dorpje om reportages te maken, de burgemeester en zijn inwoners te interviewen, en iedereen vond het een geweldige grap.

Maar voor Luca was het geen grap, maar menens. Er was nog heel wat meer onvrede in Filettino. De jeugd trok weg uit dit dorp omdat er geen droog brood te verdienen was. Ja, ze hadden wel een oubollige skipiste, maar zelden sneeuw, laat staan geld om de boel wat op te knappen. Ze hadden ook  veel bomen, die ze graag wilden hakken en verhandelen, maar dat werd hun verboden door Europese maatregelen. En wat nog het meest stak, was dat het bergriviertje dat in Filettino ontsprong, het drinkwater leverde voor Rome, maar dat ze daar geen cent voor kregen. Dat zou allemaal afgelopen zijn, wanneer ze zelfstandig waren. Die Romeinen zouden betalen voor hun kostbare, frisse water, en dat zou Filettino welvarend maken.

De romanschrijver in mij rook een verhaal. In de dappere strijd van de brutale burgemeester die het in zijn eentje opnam tegen de enorme overmacht van Europa, en voortaan zijn eigen koers wilde varen, zag ik een prachtig verhaal dat het grote verhaal en dilemma van de Europese crisis vertelt. Het werd mijn nieuwe roman “De Prins van Filettino”.

Wij zijn zelf verantwoordelijk voor onze toekomst.

Onze leiders zijn geen leiders maar boekhouders. Mensen zonder visie, dromen en idealen. We zullen het dus zelf moeten doen. En het goede nieuws is; we kunnen veel meer dan we denken. De Berlijnse muur is kunnen vallen al leek dat zo lang ondenkbaar te zijn. Dictators zijn verjaagd al leken ze voor eeuwig te zullen regeren. Dus waarom zou het ongebreidelde kapitalisme niet kunnen instorten? Maar laten we niet alleen maar schoppen tegen het systeem, maar vooral een nieuw systeem opbouwen.  Stap voor stap.

Wij zijn vergeten dat geld gebaseerd is op geloof. Geld an sich is niets waard. Ja, vroeger nog wel, toen we een goudstandaard hadden, waarbij het geld een symbolische weergave was van de goudvoorraad. Het was een simpel en briljant geldsysteem, door niemand minder dan door het grote genie Isaac Newton bedacht. Nu is geld precies dat waard waarvan wij bereid zijn te geloven dat het waard is. Al die miljarden waar onze leiders mee goochelen, bestaan immers niet. Het is een pure virtuele werkelijkheid die geen enkele grondslag meer heeft in de werkelijke wereld. De Fed, in Amerika, drukt dollars tegen de klippen op, zonder enig gevoel voor realiteit. Of tenminste zonder gevoel voor onze realiteit. Onlangs ontdekte ik tot mijn verbijstering dat de Fed niet de centrale bank is van Amerika, maar een privé bank, die de privé belangen van zijn eigenaren dient. Naar verluidt een groepje steenrijke families die de hele wereldeconomie in handen hebben en gijzelen.

En dat kan alleen maar, zolang wij bereid zijn te geloven in de enorme leugen die geld is geworden. In werkelijkheid zijn het enkel cijfers in een computer. Cijfers die van het ene moment op het andere gewist kunnen worden. Cijfers die enkel waardeloze briefjes papier vertegenwoordigen, maar geen werkelijke waarden meer in de wereld. Een enorme luchtballon die ontzettend op knappen staat.

En de enigen die deze waanzin een halt kunnen toeroepen, zijn wij. Onze politici, onze bankiers en onze mega-ondernemingen vechten krampachtig om dit logge onbegrijpelijke vehikel in stand te houden. Deze oude manier van denken waarbij wij mensen een massale veestapel zijn die gemolken worden door een kleine elite die er alles aan gelegen is hun fortuin en macht te beschermen.

Wanneer wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit corrupte systeem, dat we de leugen doorprikken dat alleen een mondiale economie, schaalvergroting, een gemeenschappelijke munt ons verlichting zou brengen, dat wij eenvoudigweg besluiten dat we niet langer geloven in dit geldsysteem, dan stort het in elkaar. Natuurlijk zal dat een enorme puinhoop zijn. Maar de dingen die werkelijk wat waard zijn, zoals ons dagelijks brood en ons drinken, die zullen weer naar waarde gewaardeerd worden, en niet de schimmige manipulaties van snelle jongens in vlotte pakken die ons met verdeel en heers denken in het gareel houden.

Het is tijd!

Het wordt tijd dat we net zoals dat kleine dorpje in Italië, durven onze onafhankelijkheid af te roepen. Dat we ons eigen prinsdom stichten. Een nieuwe munt durven te omarmen, gebaseerd op werkelijke waarde, en we de kettingen van de rente afgooien en verbieden. Want dat rente een virtueel monster is dat alleen maar groter en verschrikkelijker wordt, dat moeten we op zijn minst nu toch wel geleerd hebben.

We moeten de moed hebben om opnieuw te beginnen. De moed hebben om in te zien dat we belazerd worden. En dat het geen excuus is dat we het zogenaamd niet meer snappen, omdat men het bewust allemaal zo ingewikkeld en complex voorstelt. In wezen is het natuurlijk ongelooflijk simpel. Ieder kind snapt het. Als het 1 euro zakgeld krijgt, kan het wel een snoepje kopen, maar niet een fiets. Zo simpel is het.

Laten wij, die toch koketteren dat we met bewustzijn bezig zijn, eens voor een keer niet alleen met onze eigen navel bezig zijn, maar met deze wereld, zodat zowel onze kinderen, als al die kinderen in landen die nu hongerend ten onder gaan, een toekomst hebben, en niet de schuld zullen moeten afbetalen die wij onze leiders nu zonder enig protest laten maken.

Laten we massaal de straat op gaan. Dag na dag na dag. Net zoals in het Midden Oosten. Net zolang tot het gezonde verstand weer regeert. Laat ons excuus naar komende generaties niet zijn: “Wir haben es nicht gewust”. Want we staan er nu allemaal bij, en we kijken er naar. We worden geregeerd door angst. Maar angst is slechts voor één ding bang… dat wij niet langer bang voor hem zullen zijn.

Geert Kimpen.

Dit verhaal mag, mits naamsvermelding, www.geertkimpen.com , overal gecopieerd worden.

De roman “De Prins van Filettino”, een optimistisch, inspirerend verhaal in sombere tijden, is te koop in alle boekhandels, of via: www.geertkimpen.com

Het is tijd voor een revolutie.

23/06/2013
Het leven van een prinses

Er was eens een prinses die niet alleen mooi maar ook lief was. Ze had golvende gouden haren, een sneeuwwitte lach en ogen zo fonkelend als robijnen. Ze was gul in genereuze woorden, zag in ieder mens het goede en wie met haar gepraat had, voelde daarna weer vertrouwen in zichzelf en in het leven.
Maar toen de mooie prinses haar hart openstelde voor een jonge kunstschilder, werd er flink gepraat in haar land dat achter de bergen lag. Hoe kon zij omgaan met een jongen van zulke bescheiden komaf, met veel grote dromen, en weinig spraakmakende daden op zijn palmares? Men begreep niet goed wat ze in hem zag, en er werd druk gespeculeerd dat het wel een kortstondige vlaag van zinsverbijstering zou zijn.
De jonge kunstenaar adoreerde haar. In de prinses vond hij een onuitputtelijke bron van inspiratie. Hij kreeg er niet genoeg van om haar te schilderen. Of ze nu zat, of lag, blij of droef keek, of ze nu een mooie japon aan had, of bijna niets, doek na doek legde hij haar schoonheid vast


De prinses was het helemaal met hem eens en hield ervan om voor hem te poseren. Ze vond het heerlijk omdat ze dan bij hem was, met hem kon praten, en zich zo begeerd en gezien voelde. Het leek alsof hij beter en dieper kon kijken dan wie ze ook gekend had, en hij niet alleen de schoonheid van haar lichaam, maar ook van haar ziel kon zien en schilderen. Ze onthulde zich voor hem, vertelde hem die zaken die een vrouw als schat bewaard voor die ene man die ze het waard vindt het te ontvangen. En alles wat ze hem toonde, inspireerde hem tot nog sprankelendere schilderijen die langzaam maar zeker hun weg in de wereld vonden.


Haar vader, de koning, begon zich nu toch zorgen te maken. Deze affaire duurde veel langer hij van zijn dochter gewend was, en het viel hem op dat het heldere licht dat haar normaal omkranste, nog meer was gaan schijnen. Het was de hoogste tijd om maar eens kennis te maken met die jonge kunstenaar, besloot hij, en hij nodigde hem uit voor een diner op het paleis.


Tot zijn eigen verbazing was hij meteen gecharmeerd door de jongeman die hem vragen durfde te stellen die anderen om protocollaire redenen wel achterwege lieten. Zoals wat zijn dromen waren, en of hij als koning wel een leven kon leiden waarin hij zijn hartstocht volgde. Na het diner nam hij de jongeman apart in de bibliotheek. Toen ze beiden zo gezeten waren in de rood pluche zeteltjes, knipte hij een sigaar en stak ze met een houtje voor hem aan.


"Mijn jongen," sprak hij nadat hij bedachtzaam enkele kringetjes rook uitblies, " ik zie dat wat mijn dochter voor jou voelt, anders is dan voor die andere jongens die hier passeerden. Ik zie dat ze aan jou haar jeugd, haar leven en eeuwige liefde wil toevertrouwen. Het is natuurlijk niet gebruikelijk, dat een prinses met een kunstenaar huwt, maar het geluk van mijn dochter gaat mij boven de traditie. Je moet echter wel weten dat als ik jullie mijn zegen verleen, zij geen recht meer zal hebben op mijn troon, noch op mijn erfenis of steun. Denk niet dat ik haar dit ontzeg om jullie te straffen. Maar ik moet zeker weten dat je haar huwt omwille van de liefde, en niet omwille van mijn fortuin. Bovendien ben ik zo'n vorst van de oude stempel die vindt dat een man voor zijn vrouw moet zorgen. Dat zal voor jou geen eenvoudige klus zijn als kunstenaar. Mijn dochter is een mooi leven gewend, met mooie jurken en juwelen, en met alles wat haar hartje begeert. Ik vertrouw haar alleen toe aan een man die haar als een prinsesje zal behandelen. Wel nu dan, mijn jongen, wat denk je? Zou je dit aankunnen?"


De jonge kunstenaar lachte. "De enige reden dat ik niet met haar zou willen trouwen," zei hij nadat hij kuchend zijn sigaar uitmaakte, "zou zijn wanneer de man die zij zo bewondert, haar vader, mij niet zou mogen. Maar meer dan uw zegen vraag ik niet. Ik beloof dat ik haar altijd als een prinses zal behandelen, en haar alles zal geven wat haar hartje begeert."
Vele jaren verstreken. De prinses en de kunstenaar leefden een eenvoudig maar goed leven. Zij was zijn muze en hij schilderde haar. Vele duizenden keren. Zijn werk werd gewaardeerd door steeds meer mensen. Zijn bewonderaars vonden niet alleen troost in de schittering van de prinses die door het doek heen brandde, maar de schilderijen leken een vrouwelijk gezicht te tonen dat vergeten was. Zijn hele oeuvre werd een eerbetoon aan de vrouw in het algemeen, aan haar wijsheid, inzicht en licht, gevat in de beeltenis van die ene bijzondere vrouw die hij liefhad. Na een aantal jaren konden ze zelfs in een groter huis gaan wonen, ze kregen samen een beeldschoon blond dochtertje, en ze waren zielsgelukkig met elkaar.


En toen alsof het plots plensde op een zonovergoten ochtend, zei hij: "Het spijt me. Ik ga weg. Ik hou niet meer van je. Ik ben verliefd op Hannelore. Zij geeft me diezelfde inspiratie die ik ooit eens bij jou vond, en ik voel dat ik mijn hart moet volgen. De belofte aan je vader heb ik nooit verbroken. Ik heb goed voor jou gezorgd. En ook nu zal ik je goed achterlaten, zodat het je aan niets zal ontbreken. Dank je voor die mooie tijd. Vaarwel."


Deze woorden galmden jarenlang na in het hoofd van de prinses. In hem had ze de liefde herkend en ze kon zich niet voorstellen dat de liefde zelf ooit de rug naar haar toe zou keren. Zulke kille woorden waarmee hij alles verraden had waar zij ooit samen in hadden geloofd. Ze had al haar weelde voor hem opgegeven, ze had hem vleugels gegeven, vertrouwen, inspiratie, zij had hem groot gemaakt, en toen had hij haar in enkele karige zinnen afgedankt.


Toen ze na verloop van tijd de hoop opgaf dat hij ooit weer terug zou komen, werd ze kwaad. Ze haatte hem. Hij had de beste jaren van haar gestolen. Ze had hem zichzelf geschonken, een dochter, alles wie ze was, en hij had het als een versleten kwast in een bokaal terpentijn achtergelaten. Ze was gekrenkt in het diepst van haar vrouwelijkheid, bedrogen in alles wat ooit voor hen heilig was. Ze verloor haar glans. Ze werd bitter, en vol venijn. Mensen meden haar, en in niets deed ze meer denken aan de sprankelende prinses die ze ooit was, en die het overal licht maakte.


Bijna net zo vele jaren als ze met haar kunstschilder in liefde had geleefd, leefde ze daarna alleen in haat. Er was alleen nog maar woede en chagrijn omwille van wat hij haar had aangedaan, hoe hij haar leven had geruïneerd, en ze werd zo bitter dat ook haar dochter haar minder en minder bezocht. Haar mooie gelaat van weleer werd gegroefd en vertoonde diepe sporen van lijden en verdriet.


Maar alles keerde om die ene dag toen ze besloot dat het genoeg was. Teveel jaren nu had hij haar leven beheerst en ze besloot dat het genoeg was. Ze was altijd een dienares van de liefde geweest, en plots begreep ze dat haar meesteres nooit van haar kon eisen, dat ze haar hart kil moest bevriezen om te bewijzen dat ze had liefgehad.
Ze ging naar het atelier waar ze jaren niet meer geweest was, kleedde zich uit en terwijl ze naar haarzelf in de spiegel keek, maakte ze een zelfportret. Het werd het naakt van een oude vrouw, met een kwast die zichzelf schilderde op een strak gespannen doek. Een vrouw die met aarzelende blik naar zichzelf keek. Een vrouw die wist dat haar lichaam de glans van haar jeugd had verloren. Maar in haar oogopslag zag je de sprankeling van iemand die het leven en zichzelf accepteerde. Aarzelend en broos, maar onontkoombaar.


Het schilderij werd een groot succes. Lange rijen schoven aan in het koninklijk museum om een glimp van het doek te kunnen opvangen. Vele vrouwen natuurlijk, die zich in het werk herkenden, maar ook vele mannen hadden ontzag voor dit ongebruikelijke naakt dat in zijn kwetsbaarheid zo krachtig en ontzagwekkend was.


Er volgden nog vele schilderijen die een vrouw uitdrukte die zichzelf opnieuw uitvond. Een mooie, oude vrouw die steeds meer ging stralen, met mooie lange, grijze haren, een milde lach en ogen die weer fonkelden als robijnen.


Overal werd ze gevraagd om te exposeren. Ze kwam onder de mensen, en genoot van de vele verhalen die vrouwen haar toevertrouwden naar aanleiding van haar werk. Vrouwen die ook hun man waren verloren, sommigen aan een ander, en anderen aan de dood. Vrouwen die gerouwd hadden om hun verloren jeugd en jaren, om vervlogen schoonheid en opgedroogde passie. Vrouwen die alle mannen vervloekten, en vrouwen die ze tegen beter weten in bleven lief hebben. Vrouwen die niets meer van de liefde moesten weten, en vrouwen die er iedere seconde naar hunkerden.


Toen op één van die vele vernissages, in een galerie in een uithoek van haar land, zag ze ook de kunstenaar weer. Allang was hij verlaten door Hannelore, zo vertelde hij en ze zag dat hij nu ook oud en uitgezakt was. Samen slenterden ze door het kleine stadje en haalden herinneringen op aan de vele mooie jaren die ze ooit deelden. Ze spraken over hun dochter, en ze spraken over de levens die ze zonder elkaar geleid hadden.


Toen zij hem mee uit eten nam, legde hij zijn bruine hand, gekleurd van de ouderdomsvlekken, op de hare, en zei: "Wat was ik toch een dwaas. Ik werd zo bang toen ik mijn jeugd door mijn handen zag glijden, en in een jong meisje dacht ik te kunnen herbronnen. In haar jeugdige, strakke lijf, dacht ik zelf weer jong te worden. Maar al snel verveelde ik haar en zij mij. We deelden geen verleden, geen passie en geen kind. Ze ging weg en het deed me niet veel. Daarna waren er nog andere vriendinnen, maar zij blusten enkel mijn zinnen. Mijn hart verloor ik nooit meer. Had ik maar mijn trots opzij gezet, was ik maar door het stof gegaan, en had ik jou maar opnieuw opgezocht. Maar ik durfde niet omdat ik de teleurstelling in jouw ogen niet zou kunnen verdragen."


De prinses glimlachte. "Het is goed zo," zei ze. "Het is goed zoals het is gegaan. Het is waar. Ik heb vele koude jaren gekend. Ontelbare ochtenden waarbij ik me zelf afvroeg wat de reden was om op te staan. Maar het was nodig om de glans in mezelf te hervinden. Om te ontdekken dat mijn leven meer was dan jouw muze te zijn. Ik ben je dankbaar voor wat je mij bracht, en ik ben je dankbaar dat je mij verliet. Zonder jou was mijn leven geen verhaal geworden dat het waard werd om te vertellen."
Zijn ogen lichten op in het kaarslicht, en met een brok in zijn keel, vroeg hij: "Zullen we dan samen het laatste doek schilderen?"


Droef schudde ze haar hoofd. "Nee," zei ze. "Je hebt me de menselijke kant van de man laten zien. De man in zijn zwakte en weerloosheid. De mannelijke begeerte die mij eerst zo in jou had aangetrokken, heb ik verafschuwd toen je die ook voor een ander voelde. Maar je falen heeft je ook menselijker gemaakt, en ook daar heb ik nu vrede mee. Maar zoals ik de kracht in mezelf hervond, zul jij die nu ook in jezelf moeten ontginnen. Er blijft niet veel over van die zelfverzekerde wereldbestormer die je ooit was. Die dwars tegen alles in zijn eigen weg ging. Mijn vuur zou je verzengen als je bij mij was, mijn hartstocht zou je weg blazen. Het is goed dat we elkaar weer zagen, want nu weet ik pas hoe goed het was dat je me achterliet."


Toen stond ze op, betaalde de rekening bij de waard, en voor ze weg ging drukte ze nog een kus op de wang van de kunstenaar die aan het tafeltje zat te huilen.
En daar dwalend in dat donkere stadje, op zoek naar de herberg waar ze verbleef, voelde ze zich pas echt weer vrij.
© Geert Kimpen

Het leven van een prinses

23/06/2013
Nieuw De Schrijfweek voor Gevorderden.

Je manuscript is vergevorderd… maar nu? Is het wel goed genoeg? Je hebt het zelf al zo vaak gelezen maar je kunt er niet meer helder naar kijken. Je zou er graag nog een keer rustig, en met professionele begeleiding, aan werken. En dan… hoe moet je het aan een uitgever aanbieden? En aan welke? Of kan je het beter in eigen beheer uitgeven, en hoe werkt dat dan? Of toch maar als Ebook?
Herken je dit? Dan is de Schrijfweek voor gevorderden er voor jou!  

Deze zomer organiseren Geert Kimpen & Christine Pannebakker éénmalig een Schrijfweek voor Gevorderden. Een week lang intensieve aandacht voor jouw manuscript.
Een week lang heb je iedere dag een persoonlijk coaching gesprek met auteurs Geert Kimpen en Christine Pannebakker, en redacteur Tjerk Noordraven (van uitgeverij De Brouwerij). Zij helpen jou met de final touch van je manuscript. Ze geven je feedback.  Welkom op Terra Nova, in het Katharenland in Zuid-Frankrijk.

Nieuw De Schrijfweek voor Gevorderden.

29/04/2013
Vanaf 28 mei ligt De Prins van Filettino in jouw boekwinkel!

Het is tijd voor een revolutie

Een burgemeester van een klein Italiaans bergdorpje zegt "Basta"... en alles verandert.
De inwoners van Filettino nemen het heft in handen

Een romantisch antwoord op de crisis

De inwoners van Filettino scharen zich als één man achter de plannen van hun burgemeester, die rigoureus een andere route kiest. Hij roept zijn dorp uit tot een zelfstandig Prinsdom dat zich losscheurt van Italië, en voert een eigen munt in. De euro wordt afgeschaft, Europa, het rijk en de financiële instellingen verliezen hun greep op het bergdorpje.

De zelf benoemde Prins stijgt boven zichzelf uit en met gedurfde ideeën verandert hij een uitzichtloos dorpje tot een trots prinsdom met een nieuwe visie op geld, verantwoordelijkheid, zaken doen, solidariteit en kleinschaligheid. David neemt het op tegen Goliath. De bevolking krijgt weer hoop en weigert zich neer te leggen bij de sombere economische berichten en toekomstverwachtingen. Een nieuwe samenleving wordt met vallen en opstaan uitgevonden; er ontstaat een alternatieve maatschappij: kleinschalig, zelfvoorzienend, duurzaam en verdraagzaam.
Hoe lang zal de prins weerstand kunnen bieden aan de alsmaar toenemende druk zijn utopische idealen te verraden?

Tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in Filettino spelen de verhalen van de levens en liefdes van de mensen die in het dorp wonen. De mensen kiezen voor een ander leven, samen, maar ook ten opzichte van de rest van de wereld. Het resultaat is een bijna utopisch verhaal over goed en kwaad en - niet te vergeten - hoop.
Een optimistisch verhaal in sombere tijden.


• Inspirerend, humoristisch en ontroerend
• Onderwerp sluit aan bij huidige financiële crisis en eurocrisis
• De inwoners van Filettino hebben hun dorp daadwerkelijk omgevormd tot een zelfstandig Prinsdom, binnen Italië
• Biedt oplossingen voor een nieuwe wijze van samenleven en economie

Vanaf 28 mei ligt De Prins van Filettino in jouw boekwinkel!

TOP

Delen: