De Geheime Newton van A tot Z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Adelaar

Adelaar

De Adelaar of "Eagle" is een pub in Benet Street in Cambridge uit de 16de eeuw. In vroegere tijden noemde men de pub ook wel "The Eagle and Child" (de Adelaar en kind). Het is een pub die er, wat het westelijk deel betreft, nog hetzelfde uitziet dan in de tijd van Newton en net als toen uit twee verdiepingen bestaat. Een pub met een grote geschiedenis waar heel wat grote wetenschappers zich vermaakten. Zo was het bijvoorbeeld de stamkroeg van de wetenschappers Watson en Crick, die het DNA uitvonden, en in The Eagle aan hun ontdekking werkten. De Pub bestaat tegenwoordig uit vijf kamers, en heeft twee bars.

Aflaat

Een aflaat of indulgentia in het Latijn, is het rooms-katholieke gebruik om straffen kwijt te schelden voor God, nadat men deze opgebiecht heeft. Naargelang de kwijtschelding volledig is of niet, bestaan er "gedeeltelijke" en "volle aflaten". Ook kan men aflaten bekomen voor gestorven dierbaren. Hierdoor wordt hun zondestraf in het vagevuur verkort. De voorwaarden om een aflaat te verdienen zijn biechten, ter communie gaan en een gebed tot intentie van de Paus bidden.
Tot de vijfde eeuw gebeurde het biechten publiek. Daarna werd het een individuele gebeurtenis tussen de zondaar en de priester. Voor sommige zonden zijn meerdere verplichtingen, zoals bijvoorbeeld het bezoeken van een kapel of kerk én een geestelijke oefening.
Aflaat In de 11de eeuw kon men aflaten verkrijgen door deelname aan kruistochten. Ook kon men voor een andere deelnemer een bedrag over maken aan de kerk. Later kon men door pelgrimages aflaten verdienen. De opbrengsten van aflaten werden gebruikt om kerken en kathedralen te bouwen. Tot de 15de eeuw konden enkel bepaalde zonden door aalmoezen afgekocht worden. Voor de andere zonden was oprecht berouw nodig. Toen er meer geld nodig was om de Sint Pieter in Rome af te bouwen, werden deze regels versoepeld. Een moord bijvoorbeeld kon met 8 dukaten vergeven worden.
In het stervensuur kan men een pauselijk zegen krijgen, ook bij afwezigheid van een priester.
De rooms-katholieke kerk heeft inmiddels het aflatensysteem "gemoderniseerd"; bij bepaalde gelegenheden, zoals het Jubeljaar 2000 of tijdens de Wereldjongerendagen kunnen aflaten verdiend worden. De protestanten zijn in het algemeen gekant tegen aflaten omdat zij niet geloven dat men priesters tussen de mens en God in kan schuiven.

Akiba, ben Joseph, rabbi (50-135)

Akiba

Rabbi Akiba was een arme schaapherder in dienst van de rijke en gerespecteerde man Kalba Sabu’ a, wiens dochter verliefd op hem werd. Toen de vader erachter kwam, verstootte hij zijn dochter en haar geliefde. Ze bleef bij Akiba op voorwaarde dat hij zou gaan studeren, maar ze waren zo arm dat het meisje haar haren moest verkopen om de studie te betalen.
Akiba bleef 12 jaar weg om zijn studie te vervolmaken. Toen hij na 12 jaar naar huis wilde gaan, hoorde hij zijn vrouw tegen de buurvrouw zeggen "Zelfs als hij nog 12 jaar nodig had, zou ik het prima vinden", waarop hij weer voor 12 jaar studie verdween.
Toen hij na 24 jaar terug keerde was hij een beroemde leraar geworden en zocht haar op met zijn 24.000 leerlingen. Zijn vrouw wilde hem omhelzen, maar zijn leerlingen, die haar niet kende, wilde haar tegenhouden. Hij zei: "Alles wat ik ben, en wat jullie zijn, is dankzij haar".  Akiba was de leraar van onder meer Sjimon bar Jocjai, de auteur van het basiswerk van de kabbala, de Zohar.
Bescheidenheid was het thema waarop hij steeds hamerde. Hij zei eens: "Hij die zichzelf hoogacht omwille van zijn kennis, is zoals een rottend kadaver dat langs de weg ligt; reizigers draaien hun hoofd ervan weg en wandelen snel verder."
Akiba stelde de canon samen van de boeken van het Oude Testament. Zijn grootste verdienste ligt op het gebied van de Joodse wetgeving, de Halacha. Hij kwam om het leven door foltering door de Romeinen terwijl hij zijn gebeden opzegde.

Alban Francis

Nadat koning Jacobus een aantal katholieken benoemd had aan de universiteit van Oxford, wilde hij in Cambridge een benedictijns monnik, Alban Francis, benoemen als doctorandus in de letterkunde. Hij werd hierbij vrijgesteld om de eed van de Anglicaanse Kerk af te lleggen, zoals voor iedereen de verplichting was.
De zwakke kanselier Peachell, bekend om zijn alcoholisme, werd door de koning onder druk gezet toen hij protest aantekende. Peachell riep zijn hoogleraren bij elkaar om een strategie te bepalen.
Voor het eerst in zijn leven nam Isaac Newton deel aan een dergelijk debat, ondanks dat hij midden in de afronding zat van zijn boek De Principia. Hij werd gekozen tot één van de acht afgevaardigden om de belangen van de universiteit te verdedigen.
In eerste instantie schreef Newton de speeches voor Peachell, die ze door zijn alcoholisme nauwelijks wist voor te dragen en een belachelijke indruk maakte voor de rechtbank. Rechter Jeffreys had weinig geduld met deze alcoholist en ontsloeg hem als kanselier. Dit was de kans voor Newton om zelf het woord te voeren.
Alban Francis Hoewel Newton tot op dat moment de enige in de hele geschiedenis van de universiteit was die ooit een leerstoel had gekregen, mét vrijstelling tot het afleggen van de Anglicaanse eed, werd dit argument niet één keer voor zijn voeten geworpen door de wrede rechter Jeffreys. Jeffreys stond nochtans bekend om zijn bloedige verdicten, en had nog samen met Newton gestudeerd. Toch veegde de rechter alle argumenten van tafel, en eiste dat Alban Francis benoemd zou worden. De hoogleraren kwamen er slechts met een vermaning en geen straf van af.
Door de snelle politieke ontwikkelingen, waarbij Koning Jacobus het land uitgejaagd werd, kon Alban Francis deze uitspraak echter nooit verzilveren. De verplichting om de Anglicaanse eed af te leggen bleef gehandhaafd tot 1858 toen voor het eerst ook andere protestanten toegelaten werden. Pas in 1871 waren aanhangers van andere religies welkom op de universiteit van Cambridge. Voor Newton betekende de hele affaire zijn eerste publieke optreden dat hem zelfvertrouwen gaf om even later op het wereldtoneel te verschijnen met de publicatie van zijn Principia en de daaruit volgende roem.
Bron: Isaac Newton. The Last Sorcerer, van auteur Michael White.
Zie ook: Jeffreys.

Alchemie

Alchemie, of ‘al kimiya’ betekent, steen der wijzen. Het is een wetenschap die probeert onedele metalen om te zetten in goud, tegengiften te vinden voor vergiftigingen en elixers te maken waardoor men onsterfelijk wordt. Het alchemistisch werken beïnvloedt zowel de alchemist als de resultaten van zijn proefnemingen. Hoe meer hij gevorderd is, hoe beter de experimenten zullen lukken. Daarom is het maken van lood tot goud ook een metafoor voor het zuiveringsproces van de mens. Het verkrijgen van goud, of de steen der wijzen, wordt zo synoniem voor verlicht raken.
Alchemie werd beoefend in Egypte, India, China, het klassieke Griekenland, Rome, in het Islamitisch rijk en tot in de 19de eeuw in Europa. In het Westen is de alchemie gekoppeld aan het spirituele systeem van Hermes Trismegistus, een legendarische alchemist uit Egypte.
Tot in de achttiende eeuw werd alchemie als een wetenschap gezien. Isaac Newton besteedde meer aandacht aan zijn alchemistische studie dan aan optica of zwaartekracht, waar hij beroemd mee werd. Hij bezat honderden alchemistische werken in zijn bibliotheek, waaronder een door hem zelf gemaakte kopie van het werk van Nicolas Flamel. Maar ook vele anderen bestudeerden en beoefenden de alchemie, zoals Roger Bacon, Robert Boyle, Tycho Brache enzovoort.
alchemie Moderne ethische kwesties, zoals het al dan niet klonen van mensen, blijken een eeuwenoude geschiedenis te hebben in de alchemie. Paracelcus, een 16de eeuwse alchemist, beweerde dat hij een homunculus kon maken; een kunstmatige mens. Volgens hem was deze kunstmatige mens (gemaakt met menselijk zaad in een flacon) beter dan de mens zelf. Het was een spiritueel wezen die van bij zijn creatie alle kennis en intelligentie had. Ook hij en zijn volgelingen werden ervan beschuldigd om voor God te willen spelen.
Alchemie kan gezien worden als de voorloper van chemie. Door de alchemisten werden vele substanties en processen ontdekt die de grondslagen vormen van de moderne chemie en metallurgische industrie. Al zeggen Hermetische alchemisten dat de fysische kant van de kunst, slechts één helft is, en de andere helft de spirituele kant is.
Vele technieken uit de alchemie werden overgenomen door de chemie. De alchemie lag bijvoorbeeld aan de grondslag voor de ontwikkeling van de techniek om water te zuiveren in derde wereld landen. 
Carl Jung gebruikte de alchemistische symbolen om het spirituele pad van de mens te beschrijven.
In 1980 sloeg fysici Glenn Seaborg erin om lood-atomen door een nucleaire reactie om te zetten in goud. De nieuwe goud-atomen waren echter instabiele isotopen en vielen na 5 seconden uit elkaar. De hoeveelheid energie die er nodig was, alsook de kosten, waren reden om met het experiment te stoppen. Er vindt nog onderzoek plaats of het via koude fusie zou lukken.
Newton begon zijn alchemistische onderzoek in 1669. Dit kunnen we afleiden uit zijn notitieboeken, en het eerste onderwerp dat hij onderzocht was filosofisch kwikzilver.
Zie ook: Newton, als alchemist.

Alchemistisch Huwelijk

Het alchemistisch huwelijk vindt plaats tijdens de vierde grote stap van alchemie, de conjunctie. Het is een fundamentele kracht die enkel in seksuele termen beschreven kan worden. Meestal wordt het afgebeeld als de koning en de koningin, of de zon en de maan, die de liefde bedrijven. Het doel van de seksuele alchemist was om zielsenergie van de vrouw "af te tappen" zonder dat hij zelf iets verloor van zijn spirituele essentie. Dit resulteerde erin dat de vrouw een meervoudig orgasme kon beleven zonder dat de man klaarkwam.
De vrouwelijke energie wordt voorgesteld als de kundalinislang, waarvan de man tijdens de gemeenschap bezit kon nemen.
In hedendaagse tantra wordt het alchemistisch huwelijk meer gelijkwaardig gezien als tweerichtingsverkeer waarbij man en vrouw de liefde bedrijven, zonder gericht te zijn op het orgasme, en daardoor een kracht opwekken die tot een goddelijke ervaring leidt.
Johann Valentin Andrea schreef "Het Chemische Huwelijk van Christian Rosenkreutz". Dit werd uitgegeven in 1616 en was één van de drie manifesten van de Rozenkruisers.. Het is een allegorisch liefdesverhaal over Rosenkreutz die uitgenodigd is om te assisteren bij het Chemische Huwelijk van de koning en de koningin. Het Alchemistisch Huwelijk komt ook voor bij Mozarts "Toverfluit" en Goethes "Faust" waarin tegengestelde karakters huwen om de menselijke ziel tot het goddelijke te laten komen.
Zie ook: Kundalini.

Alfabet van Ben Sira.

Het Alfabet van Ben Sira is een geschrift uit de achtste eeuw na Christus. Het vertelt het verhaal van Lilith: "Toen God Adam schiep, zei hij, het is niet goed voor de mens om alleen te zijn. Vervolgens schiep hij een helpster voor hem, eveneens uit aarde en hij noemde haar Lilith. Zodra zij geschapen was, begon ze ruzie te maken en zei: waarom moet ik onder liggen? Ik ben net zoveel waard als jij, we zijn allebei geschapen uit aarde. Maar toen Lilith zag dat ze Adam niet de baas kon worden, sprak ze de onuitsprekelijke naam van God uit en vloog ze hemelwaarts. Adam bad en zei: "Heer van de Wereld, De vrouw die u mij geschonken heeft, is van me weggegaan." Daarop zond God drie engelen die haar terug moesten brengen en haar de volgende boodschap moesten overbrengen: "God heeft besloten dat het goed is als je terug wilt keren. Als je niet terug wilt, zal je straf eruit bestaan dat per dag honderd van jouw kinderen zullen sterven". De engelen zochten Lilith en vonden haar in het woeste water… Ze brachten het goddelijke bevel aan haar over. Maar Lilith weigerde terug te keren."
In het verhaal Ben Sira spreekt Lilith de onuitsprekelijke naam van God uit, een naam die zo verborgen is dat niemand hem kent. Lilith laat daardoor haar kracht, onafhankelijkheid en honger naar kennis zien.
Bron: Sophia, van auteur Susanne Schaup.

Alkahest

De Alkahest is een universeel oplosmiddel, dat de kracht heeft om alle stoffen, zelfs goud, op te lossen. Alchemisten kenden ongekende medische eigenschappen toe aan de Alkahest.
Het middel kreeg zijn naam door Paracelcus, een beroemde alchemist uit de 16de eeuw. Zijn recept was gebaseerd op kalk, alcohol en kaliumcarbonaat. Hij geloofde dat de alkahest hetzelfde was als de Steen der Wijzen.
De Vlaming Van Helmont beweerde dat hij de alkahest gevonden had. Hij beschrijft in zijn boeken een proces waarin hij de alkahest mengt met olijfolie; het resultaat is een soort van zoete olie. Op de universiteit van Houston herhaalde men dit experiment, en de zoete olie bleek glycerol te zijn. Voor de "uitvinding" van glycerol vroeg DuPont in 1942 het patent aan… driehonderd jaar later dus.
Ook Robert Boyle was gefascineerd door de Alkahest. In zijn correspondentie met de "Patriarch van Antioch" werd hem de Alkahest beloofd. Hij schreef er het tractaat "Het Anti-elixer" over.
Tegenwoordig noemt men soms water de alkahest omdat het meer stoffen oplost dan enig ander door zijn chemische tegengesteldheid.
Zie ook: Paracelcus. H. van Van Helmont. Boyle. Patriarch van Antioch.

Aminadab

Aminadab was de zoon van Josue, die de zoon was van Josephes (of ha Rama Theo), één van de twee zonen van Jezus en Maria Magdalena. Hun andere zoon heette, Jesus II (of Jacobus de Mindere) en hun dochter Tamar (of Damaris).
Rond het jaar 150 huwde Aminadab met Eurgen, de dochter van Koning Lucius. Hierdoor werd het Britse koningshuis verbonden met het geslacht van David. Door dit huwelijk werd koning Lucius bekend als Lleiffer Mawr (de grote ster).
Bron: Bloodline of the Holy Grail, The Hidden Lineage of Jesus Revealed, van auteur Laurence Gardner.

Androgyne kind

Uit succesvolle conjunctie komt een mooi androgyn kind voort, in wie de krachten van de ziel en geest perfect in balans zijn. Voorbeelden hiervan zijn Boeddha, Appolonius van Tyana en Jezus Christus. Jezus zelf zei hierover (in het Thomasevangelie) "Als jullie de twee één maakt en als jullie het innerlijk maakt als het uiterlijk, en het uiterlijk als het innerlijk en het boven als het beneden, en als jullie het mannelijke en vrouwelijke tot één maakt, zodat het mannelijk niet mannelijk en het vrouwelijke niet vrouwelijk, dan zullen jullie binnengaan in het Koninkrijk."
Zie ook: Conjunctie.

Anglicaanse kerk

De Anglicaanse kerk vindt haar wortels in de Rooms-katholieke kerk. In 1534 ontstond er een breuk omdat Hendrik de Achtste geen toestemming kreeg om van zijn vrouw te scheiden. De nieuwe kerk vond na veel interne strijd een middenweg tussen roomsgezinden en puriteinen. Toch zijn er een aantal duidelijke verschillen, zoals het celibaat dat door de Anglicanen in 1534 werd afgeschaft. Onlangs kwam de Anglicaanse kerk ook nog in het nieuws door de bisschopwijding van vrouwen te accepteren. Dit leidt tot geruchten dat conservatievere afdelingen zich weer zouden willen verenigen met Rome. Ook het homohuwelijk tussen Anglicaanse priesters leidde tot veel ongenoegen.
Vandaag de dag telt de Anglicaanse kerk ongeveer 26 miljoen leden.
Hoewel Newton fel antikatholiek was, en officieel Anglicaans, was hij voor deze kerk net zo kritisch. Hij schreef: "Het gezicht van het protestantisme zal ooit net zo vals blijken als het gezicht van de roomse kerk,  tot het ware licht van het evangelie werkelijk begrepen wordt."
Bron: Never at rest, van auteur Westfall.

Anna

Anna, de dochter van Joseph van Arimathea, huwde met Bran de Gezegende, een druïde. Dit waren de voorouders van drie Schotse koningen die het geslacht van de Stuarts voortbrachten. Daardoor werden de Stuarts in één bloedlijn verbonden met de familie van Jezus.
Zie ook: Arimathea, Joseph van en Bran, de Gezegende.

Antichrist

De Antichrist is volgens christenen de ultieme manifestatie van het kwaad. Hij wordt genoemd in de brieven van Johannes, en in de "Openbaring" wordt hij het Beest genoemd. De Antichrist zal via zijn valse profeet zich profileren als de man die alle problemen in de wereld kan oplossen. Door zijn bovennatuurlijke gaven zal het lijken of hij een goddelijk wezen is en hij zal de macht over de mensheid krijgen.
Dan demonstreert hij zijn beestachtigheid. Hij zal de mensheid voor de keuze stellen; kiezen voor hem, of voor God. Zijn aanhangers zullen het teken van het beest aanvaarden, 666, op hun voorhoofd of rechterhand dragen. De antichrist zal verschijnen aan het einde van de tijd, vlak voor Jezus Christus terugkeert om zijn Duizendjarig vredesrijk op aarde te vestigen. Jezus Christus zal de antichrist overwinnen en hem en zijn profeet levend in de vuurpoel gooien waar ze moeten blijven tot het einde van het Duizendjarige rijk. In de loop der geschiedenis is voortdurend gespeculeerd wie de Antichrist zou zijn. Natuurlijk zijn verschillende pausen van Rome al de antichrist genoemd, omdat Johannes schreef dat de antichrist uit christelijke kring zal komen. Anderen die geïdentificeerd werden als de Antichrist zijn; Mohammed, Lodewijk de Veertiende, Maarten Luther, Napoleon, Nero, Hitler, prins Charles, enzovoort. Newton associeerde de antichrist met de katholieke kerk. Hij geloofde dat pas nadat de "slechte" kerk vernietigd zou zijn, de ware kerk zou ontstaan. Hij noemde de kerk zelfs de "hoer van Babylon".
Zie ook: T van Tweeduizendzestig.

Antimaterie

Elk deeltje, heeft volgens de natuurkunde, een antideeltje. Dat antideeltje heeft dezelfde én precies tegengestelde eigenschappen van het deeltje. Deze materie, noemen we antimaterie. Wanneer een deeltje samenkomt met zijn antideeltje, vernietigen ze elkaar, en dit levert een enorme hoeveelheid energie op. Want de volledige massa wordt volgens Einsteins formule E=mc² in massa omgezet. Carl Anderson was de eerste die, in 1932, de sporen van een deeltje antimaterie zag in een nevelvat, en noemde het antideeltje van het elektron, het positron. Onder normale omstandigheden komt antimaterie niet voor. Het wordt waarneembaar gemaakt in een deeltjesversneller of ontstaat bij kernreacties. Vreemd genoeg heeft men tot nog toe nergens in het heelal antimaterie kunnen waarnemen, terwijl er net zoveel antimaterie zou moeten zijn als materie. Vanaf september 2008 zal de nieuwste deeltjesversneller CERN in Geneve in een zevenentwintig kilometer lange buis protonen "tegen elkaar schieten". Ze hopen op deze manier een verklaring te vinden waarom het heelal alleen uit materie lijkt te bestaan. Op onderstaande link, wordt op een geestige en onderhoudende manier uitgelegd wat het experiment precies inhoudt:
http://www.vimeo.com/1431471?pg=embed&sec=1431471

Antimonium

Antimonium of antimoon is een scheikundig element met atoomnummer 51. Het is een zilverwitte, breekbare kristallijne stof.
De alchemist Basilius Valentinus wilde met deze stof een aantal van zijn mede benedictijner monniken genezen, maar de stof vergiftigde hen en ze stierven. Daarvan zou de naam antimoon voortkomen: namelijk "antimonnik".
Basilius Valentinus beschreef in 1470 in zijn boek "Currus triomphalis antimonii" (De zegekar van antimoon) een aantal bereidingswijzen van antimoon.
Andere bronnen zeggen dat het woord een samentrekking is van de Griekse woorden anti en monos wat vertaald kan worden als "Niet alleen voorkomend". Nog andere beweren dat het voortkomt van de uitdrukking Antos Ammon, wat dan "bloei van god Ammon" zou betekenen.
De alchemist Paracelcus prees antimoon aan tegen vele kwalen. Gezuiverd Antimoon zou volgens de alchemisten affiniteit hebben met goud.
Newton deed lang proefnemingen om "De Star Regulus van Antimoon" te maken. In een brief aan Oldenburg, de secretaris van het Koninklijk Genootschap, onthult Newton dat hij daarin gelukt is rond 1670. Hij schrijft over De Star Regulus als materiaal om een spiegel van te maken voor zijn reflecterende telescoop. De regulus lijkt op een ster, waarvan de stralen schijnen vanuit een kern, maar ook naar de kern toe lijken te stralen. Dit tweerichtingsverkeer was één van zijn inspiratiebronnen tot de formulering van zijn zwaartekrachttheorie.
Bron: o.m. The Last Sorcerer, door auteur Michael White.
Zie ook: Valentinus. Star Regulus. Paracelcus.

Antioch

Antioch is gelegen in Turkije bij de Middellandse zee, ten noorden van Libanon en ten westen van Syrië. De stad is belangrijk in de ontwikkeling van het christendom en wordt herhaaldelijk genoemd in de "Handelingen" (zie o.m. Hoofdstuk 11-26).
In Antioch zou de eerste christelijke gemeenschap ontstaan zijn. In de Grot van Petrus kwamen de evangelisten Paulus en Barnabas samen.
De titel Patriarch van Antioch was één van de voornaamste binnen de kerk, omdat het Christendom in Antioch tot wasdom kwam. Het Patriarchaat van Antioch was één van de vier patriarchaten van het Romeinse christelijke rijk, samen met Jeruzalem, Rome en Alexandrië.
Tegenwoordig is het de zetel van de Oosters Orthodoxe kerk waarvan de belangrijkste bisschop nog steeds de Patriarch van Antioch genoemd wordt. Maar er zijn ook nog vier andere bisschoppen, waaronder drie katholieken, die vandaag de dag claimen de werkelijke Patriarch van Antioch te zijn.
Ten tijde van het Concilie van Nicae (325) was Eustatius de Patriarch van Antioch. Hij was één van de felste tegenstanders van de Arianen (die bepleiten dat Jezus niét goddelijk was).
In 1677 kreeg Robert Boyle een brief van George Pierre die in naam van de Patriarch van Antioch (die zichzelf later Georges du Mesnillet laat noemen) belooft de geheimen van de alchemie te zullen onthullen. Boyle was diep onder de indruk van deze Patriarch en er ontstond een intense briefwisseling. De Patriarch bezorgde hem het anti-elixer, waarvan Boyle zo onder de indruk was dat hij haastig het traktaat "Het Anti-elixer" publiceerde.
Zie ook: Patriarch van Antioch. Boyle. Asterism.

Appel van Newton

De meeste mensen kennen het verhaal van de appel die op het hoofd van Newton viel terwijl hij lag te slapen onder een boom. Deze (pijnlijke) gebeurtenis zou zijn inspiratiebron geweest zijn om zijn zwaartekracht-theorie te ontwikkelen. Dit verhaal werd in de wereld gebracht door de publicatie van William Stukeley’s "Memoires van Isaac Newton’s Leven". Hij beweerde dat Newton het hem zelf verteld had tijdens een gesprek in zijn huis in Kensington. Voltaire schreef dezelfde anekdote op, en zei die gehoord te hebben van Kit Conduitt (Newtons nichtje). Hij publiceerde het in 1727 (het jaar van Newton’s dood).
Tegenwoordige biografen nemen aan dat Newton dit verhaal op het einde van zijn leven verzon om de mythe rond zichzelf te creëren, van genie. De inspiratie voor de zwaartekrachttheorie, vond Isaac in werkelijkheid onder meer in zijn alchemistische experimenten waarin hij zag dat er een aantrekkingskracht bestond tussen verschillende stoffen. Een andere inspiratiebron was zijn studie van de Tempel van Salomon, waarbij het prytaneum (het offervuur in het midden van de tempel) de zon voorstelde.
Sommigen beweren dat hij het appelverhaal als metafoor bedoelde voor de goddelijke inspiratie waardoor hij tot zijn theorie kwam. Zoals Eva tot kennis kwam door het verboden fruit van de boom van Kennis.
Er worden heel wat appelbomen "de originele appelbomen" van Newton genoemd. Zowel de voormalige lagere school (King’s School) in Grantham, waar Newton leerling was, als de conservator van de boerderij in Woolsthorpe waar hij opgroeide, beweren dat de originele appelboom bij hen staat. Onder het raam van Newton’s voormalige kamer op de Universiteit van Cambridge staat een kloon van de originele appelboom.
Zie ook: Zwaartekracht, Tempel van Salomo. Star Regulus.

Aqua Fortis

Aqua fortis, ofwel sterk water, is een bijtende oplossing van salpeterzuur. Het werd in de alchemie gebruikt om zilver en andere metalen op te lossen. Het werd gemaakt door zand, aluin of zwavelzuur te mengen met salpeterzuur en het te laten distilleren boven een heet vuur. Het werd rond het jaar 800 uitgevonden door Jabir ibn Hayyan.

Argonauten

De Argonauten waren vijftig helden die deelnemen aan een expeditie met het schip Argo. De missie was om onder leiding van Pelias het Gulden Vlies te bemachtigen dat in Kolchis, aan de Zwarte Zee, was. Het Gulden Vlies was een gouden vacht van een ram.
Natuurlijk ging de expeditie met vele avonturen gepaard. Reeds op de heenreis ontmoeten ze in Lemnos de uitsluitend vrouwelijke bewoners. Omdat de vrouwen vergeten waren te offeren aan Aphrodite, waren ze gestraft met een ondraaglijke stank die de mannen deed walgen. Uit wraak hadden de vrouwen hun mannen en mannelijke telgen omgebracht. Aan de Argonauten vertellen ze dat hun mannen er vandoor waren met de Thracische vrouwen. De Argonauten beleven een aangename tijd met de vrouwen van Lemnos, tot Herakles hen herinnert aan hun missie.
Algemeen werd aangenomen dat deze expeditie twee generaties voor de gebeurtenissen van de Trojaanse Oorlog plaats vond. Newton was het hier niet mee eens. Hij berekende (voor zijn boek Chronologie) dat de tocht in 936 voor Christus, 43 jaar na de dood van Salomon, plaats had.
Hij baseerde zich op de astronoom Chiron die de jaarlijkse baan van de zon ten opzichte van de sterren geplaatst tussen de constellaties van Ram, Kreeft, Weegschaal en Steenbok. Met een equinox die vijftig seconden per jaar, of één graad per 72 jaar verschoof, kon Newton zo de expeditie exact dateren.
Bronnen: o.m. The Last Sorcerer van auteur Michael White, Isaac Newton, Adventurer in Thought van auteur Rupert Hall en Van Achilleus tot Zeus, van auteurs Eric Moormann en Wilfried Uitterhoeve.
Zie ook: Chronologie.

Ariaans Manifest

Tussen 1672 en 1675 schreef Newton 12 punten op die de fundamenten werden van zijn Ariaanse opvattingen. Hij ontdekte dat het begrip van de drie-eenheid in elk geval niet ondersteund werd door de teksten uit het Nieuwe Testament. Hij verzamelde de Bijbelverzen die zijn stelling ondersteunden, zoals, uit het eerste hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën: "Rechtvaardigheid hebt gij liefgehad en onrecht gehaat: daarom, o God, heeft uw God U gezalfd met de olie der vreugde en U geplaatst boven uw gelijken." Newton noteerde bij dit vers: "Daarom is de zoon niet gelijk aan de vader".
Daarnaast vond Newton de drie-eenheid onlogisch; drie was nu eenmaal nooit gelijk aan één.
Om toegelaten te worden op de universiteit had hij de 39 artikelen van de Anglicaanse kerk moeten onderschrijven. Om benoemd te worden als hoogleraar moest hij deze eed hernieuwen, iets wat hij na zijn onderzoek naar de goddelijkheid van Jezus niet langer kon. Dit bracht hem in een onmogelijke situatie omdat het voor iedereen een verplichting was. Newton richtte zich rechtstreeks tot koning Charles II voor een dispensatie. Volgens sommige biografen werd zijn verzoek ondersteund door Barrow, Newtons voormalige leraar wiskunde aan Cambridge die op dat moment kapelaan van de koning was. Hoewel Barrow zelf een vurig boek over de drie-eenheid had geschreven. Dit maakt het eerder onwaarschijnlijk dat hij iemand zou helpen die de Drie-eenheid niet accepteerde.  
Newton liet zich door Locke overtuigen om zijn Ariaanse ideeën op te schrijven in een traktaat, genaamd "Arian manifesto", of Ariaans Manifest, in 1690. Locke stuurde het manuscript naar Jean  Le Clerc, uitgever van het tijdschrift "Bibliotheque Universelle".  Maar even later verbood Newton de publicatie en werd het manuscript achter slot en grendel gezet in de Remonstrantse Bibliotheek in Amsterdam (de huidige Rode Hoed op de Keizersgracht). Vijftig jaar later (na de dood van Newton) werd het alsnog gepubliceerd onder de titel "Oorsprong van de Heidense theologie".
Niemand van al zijn collega’s onthulde ooit tijdens zijn leven dat Newton Ariaan was. Zelfs niet William Whiston, in het begin een beschermeling van Newton (die zijn Lucasiaanse Leerstoel in Cambridge erfde) maar later zijn vijand. Whiston was door Newton geïnspireerd tot het Arianisme, maar toen de jongeman hier zo enthousiast over werd dat hij het publiekelijk ging belijden, werd hij ontslagen op Cambridge. Newton zei geen woord ter zijner verdediging en liet hem vallen. Hij zorgde er zelfs persoonlijk voor dat Whiston niet gekozen werd tot lid van het Koninklijk Genootschap, omdat hij niet openbaar met een Ariaan wilde geassocieerd worden. Whiston, wiens carrière over was door Newton, haatte hem en schreef "hij was het meest angstige en achterdochtige karakter dat ik ooit kende. Als ik zijn Ariaanse overtuigingen bekend zou maken, zou het zijn dood betekenen. Dertien lange jaren was hij doodsbang voor mij." De enige plaagstoot die Whiston uitdeelde was zijn ketterse boek "Astronomishe principes van de religie" opdragen aan Newton.
In 1719 verscheen een anoniem Ariaans traktaat "Geschiedenis van de grote Athanasius", waarvan gefluisterd werd dat Newton de auteur zou zijn.
Sommige biografen suggereren dat Newton zich zo fel verzette tegen de gelijkheid van Jezus en God, omdat hij zichzelf identificeerde met God. Per slot van rekening was hij als vaderloos kind geboren op kerstavond en was hij overtuigd van zijn unieke talenten. Het gegeven dat zijn vader ongeletterd was, en hij zo briljant, kan hem gesterkt hebben in de overtuiging dat het onmogelijk is dat de vader en de zoon gelijk zijn.
Newton’s alchemistische anagram was dan ook "de Heilige God".
Hijwerkte ook nog aan een ander boek "De geschiedenis van de kerk" maar dit manuscript raakte verloren in de 19de eeuw. Wel zijn er 800 bladzijden met ruwe aantekeningen bewaard gebleven. De helft ervan werd verkocht aan een zekere Gabriel Wells (Lot 249) en een deel kwam terecht in de Joodse nationale bibliotheek in Jeruzalem. De rest van zijn aantekeningen liggen verspreid over verschillende bibliotheken, en een gedeelte is in het bezit van privé personen.  
Bron: The Last Sorcerer, van auteur Michael White.
Zie ook: Arianisme. Arius. Le Clerc. Rode Hoed. Locke.

Arianisme

Arianisme is de geloofsstroming die pleit voor een oerchristendom. Zij geloofden bijvoorbeeld niet in de goddelijkheid van Jezus, op basis van bestudering van de oorspronkelijke teksten. Arius stelde dat alleen God volledig goddelijk was en onveranderlijk. Omdat de zoon "werd geschapen" was hij wel veranderlijk.
De Arianen, onder aanvoering van Arius streden op het Concilie van Nicae voor hun gelijk, maar verloren.
Toen Newton, om benoemd te worden tot professor een eed moest zweren op de drie-eenheid, verdiepte hij zich in het Arianisme en vergeleek Bijbels in het Engels, Latijn, Grieks, Hebreeuws en Frans. Hij kwam erachter dat nergens in de oorspronkelijke teksten over de drie-eenheid werd geschreven. Wel werd er, eeuwen later, in de eerste brief aan Johannes een zin toegevoegd, om de Drie-eenheid geldigheid te geven, namelijk "Want drie zijn er, die getuigen in de hemel, de vader, het woord en de heilige geest, en deze drie zijn één." "Die drie zijn één", komt niet in de oudste teksten voor en wordt pas in de dertiende eeuw toegevoegd. 
Newton nummerde zijn argumenten:
1. nergens in de bijbel wordt het woord God gebruikt om drie personen aan te duiden
2. God wordt altijd gebruikt in de betekenis van "de vader"
3. de zoon belijdt dat zijn vader groter is en noemt hem zijn God
4. de zoon onderwerpt zich aan de wil van zijn vader; en dat zou onzin zijn als hij gelijk zou was
Newton zag de drie-eenheid als een vorm van afgoderij. Hij vergeleek het met het eren en dienen van geesten of zielen van dode mensen. Hij schreef: "Vooral koningen zijn hier vatbaar voor, koningen eisen de eer van hun dode voorouders op."
Van Newton werd pas na zijn dood bekend dat hij een overtuigd Ariaan was. Dit bracht zijn eerste biograaf, Stukeley, in grote problemen, want wanneer dit bekend werd, zou Newton’s reputatie vernietigd worden. Stukeley zette de tegenaanval in door te stellen dat Newton een volwaardige zoon was van de Anglicaanse kerk, in geloof en praktijk, en dat notoire Arianen hem valselijk voor zijn kar probeerden te spannen.
Bron: Never at rest, van auteur Westfall, Isaac Newton, van auteur Gleick en The Noahide Code van auteur Alan W. Cecil.
Zie ook: Ariaans Manifest. Arius.

Arimathea, Jozef van

Uit het Nieuwe Testament kunnen we niet afleiden welke familieband Joseph van Arimathea had met de familie van Jezus. In andere bronnen wordt hij vaak voorgesteld als de oom van Maria, Jezus’ moeder.
Volgens Laurence Gardner, auteur van Bloodline of the Holy Grail, was Jozef van Arimathea de broer van Jezus, James the Just, (ook Jacobus de Mindere of Jacobus de Rechtvaardige genoemd) geboren in 1 na Christus. De katholieke kerk bestrijdt echter dat Jezus een broer had omdat dit onmogelijk in overeenstemming te brengen is met het dogma op Maria’s maagdelijkheid. De protestantse kerken accepteren veelal wel dat Jezus een broer had.
In de "Annales Ecclesiaticae" schrijft de Vaticaanse bibliothecaris dat Joseph van Arimathea in 35 na Christus arriveert in Marseilles. Van daaruit zou hij, samen met 12 ‘missionarissen’, waaronder Joseph, een zoon van Jezus, de zee naar Engeland overgestoken zijn om het evangelie te preken. Mogelijk had de oversteek ook te maken met de tinhandel, daar Jozef bekend stond als tinhandelaar. Koning Arvigarus van Siluria schonk hem een stuk land in Glastonbury. Hier bouwden ze hun eerste kerk. Dit gebouw groeide alsmaar uit tot het bijna zo groot werd als de Westminster Abdij in Londen.
Ook in 49 na Christus zou Josef van Arimathea naar Engeland gereisd zijn met Maria Magdalena’s oudste zoon Jesus Justus. Ter nagedachtenis van dit bezoek zou een steen geplaatst zijn in de St Mary Kapel in Glastonbury met de inscriptie "Jesus Mary", refererend naar zijn ouders. De steen werd een pelgrimage plek.
Jozef van Arimathea had een dochter Anna, die trouwde met Bran de Gezegende. Hij stierf in 82 na Christus.
Zie ook: Anna, Bran de Gezegende.

Arius

Arius, werd in 256 geboren in Afrika en was van afkomst een berber. Hij was een ouderling in de Egyptische stad Alexandrië. Arius was beïnvloed door de Griekse filosofie en de gnostiek. Tijdens het concilie van Nicae ontstond er een strijd tussen de priester Arius,  die stelde dat God en Christus verschillende begrippen waren, en Athanasius, die zei dat God en Jezus van dezelfde substantie waren. Het concilie nam de stelling van Athanisius aan. Maar ook na het Concilie ging deze strijd nog tientallen jaren door. Arius gedachten werden uiteindelijk als ketterij verworpen. De drie-eenheid werd als dogma en uitgangspunt vastgelegd in de Geloofsbelijdenis van Nicae, en geldt nog tot de dag van vandaag.
Newton verdiepte zich uitermate in de strijd tussen Arius en Athanasius en schreef er honderden bladzijden over.
Zie ook: Ariaans Manifest. Arianisme.

Asterism

Astronomisch gezien is een Asterism een verzameling sterren die samen een patroon vormen, hoewel ze niet tot dezelfde sterrenconstellatie behoren. Visueel lijken ze bij elkaar te horen, en zijn daardoor duidelijke herkenbaar aan de sterrenhemel.
De Asterism was ook de naam van het genootschap van alchemistische meesters waarvan de "Patriarch van Antioch" de leider was.
In 1677 nodigde deze Patriarch Robert Boyle uit lid te worden vanwege zijn grote verdiensten als alchemist.
Boyle en de patriarch wisselden in deze periode vele geschenken uit per post. Hij stuurde telescopen, weegschalen, wereldbollen, Turkse vertalingen van het Nieuwe Testament, maar ook bizarre goederen zoals jasjes, vleeskleurige stoffen, staanklokken en veel meer. Voor een vlotte verzending van deze goederen werd Boyle zelfs lid van de Oost Indische Compagnie! In ruil ontving Boyle ondermeer fruit en kaas, en beloofde de Patriarch parels te zullen sturen, alsook Perzische kleden, chinees porselein, zijde en lampen van rotskristal. Maar het belangrijkste geschenk dat de Patriarch Boyle in het vooruitzicht stelt, is "het gezegende poeder", dat  tijdens een zending verloren ging.
In de hoop dat de patriarch opnieuw het "poeder" zal sturen, zond Boyle hem alle alchemistische recepten die hij bezat. Ze ontmoetten elkaar nooit. Het contact verloopt via de afgezant van de Patriarch, Georges Pierre.
In maart 1678 vindt het grote "oecumenische congres van de kabbalistische gemeenschap van filosofen", oftewel de Asterism, plaats in het kasteel van de graaf van Savoy, in Herigo, vlakbij Nice. De boodschapper, Pierre, schrijft Boyle over de opmerkelijke demonstraties die op het congres te zien zijn: een alchemist die water in een steen verandert, een Poolse filosoof die plantenzaden in twee uur tijd laat ontkiemen tot planten, en een Chinese alchemist Pursafeda, die een "homonculus" heeft gemaakt. Dit is een "kleine mens" gemaakt door menselijk sperma te mengen met kippeneieren.
Boyle ontving het bericht dat het congres zijn recepten bestudeerd en goed bevonden heeft en dat hij nu officieel kandidaat lid is. Boyle kreeg de belangrijke functie aangeboden als schatmeester van Frankrijk, Engeland en Spanje en er werd hem een kist beloofd met drie sleutels waarin alle formules en recepten van de alchemie in te vinden zijn. Boyle moest laten weten of hij de uitnodiging accepteerde, maar hij twijfelde omdat hij een eed moest afleggen, en hij daar principiële bezwaren tegen had. Men verzekerde Boyle dat in de eed niets besloten lag wat zijn liefde voor het christendom of de koning zou bezoedelen.
Plots ontstonden er problemen. Boyle’s boodschapper verwondde zich bij de ontsteking van een kanon. Het kanon was één van de geschenken die de Patriarch aan Boyle gevraagd had, als "relatiegeschenk voor de dames van het Turkse hof". De ontploffing doodde vier mensen. Bovendien werd Pierre, de boodschapper, in een brief in opspraak gebracht als een oplichter. Verdere problemen rezen doordat Lodewijk de Veertiende ingelicht werd over het congres. Lodewijk liet de wachter van het munitiemagazijn in het kasteel omkopen die het kasteel, waar het congres plaats vond, opblies. Dertig alchemistische meesters komen bij het congres van de Asterism om het leven. In de laatst bewaarde brief van Pierre riep hij Boyle op niet naar het congres te komen. Boyle deed jaren later nog tevergeefse pogingen opnieuw in contact te komen met Pierre en de Patriarch van Antioch.
Bron: The Aspiring Adept, Robert Boyle and his Alchemical Quest, van auteur Lawrence M. Principe, professor Chemie aan de Johns Hopkins University.
Zie ook: Pierre. Patriarch van Antioch. Boyle.

Athanasius

Athanasius werd in 295 geboren in Alexandrië en werd de Patriarch van Alexandrië. Hij bestreed de ideeën van Arius en stelde dat de herschepping van de mens alleen mogelijk was als zijn verlosser goddelijk was. Vijfmaal moest hij in ballingschap, voor in totaal 20 jaar. Na zijn dood werd hij heilig verklaard en tot Kerkvader verheven.
Het is niet zeker dat de Geloofsbelijdenis van Athanasius daadwerkelijk van zijn hand is.

TOP

Delen: