Oates is een plaats in Essex waar het landgoed van Damaris Masham was en waar John Locke ging wonen. Het landgoed bestaat niet meer. Even verderop staat het kerkje van High Laver. Hier liggen John Locke en Damaris Masham begraven.
Zie ook: Damaris. Locke, John.
Oldenburg was afkomstig uit Bremen en kwam in Engeland terecht om te onderhandelen met Cromwell over de Bremense handel met Engeland. Hij raakte bevriend met een aantal natuurfilosofen, waaronder Robert Boyle. Zo werd hij lid van het Onzichtbare College. Later werd hij secretaris van het Koninklijk Genootschap maar hij hoorde niet tot de oprichters.
Hij correspondeerde als secretaris met een netwerk van natuurfilosofen in heel Europa. Zo werd hij ook één van de eerste vertrouwelingen van Newton. Hij stond bekend om zijn diplomatie, en slaagde erin Newton te overhalen om lid te blijven van het Koninklijk Genootschap. Eénmaal wilde Newton zijn ontslag aanbieden omdat hij ook zijn hoogleraarschap in Cambridge wilde opgeven (toen hij een eed moest afleggen op de Anglicaanse kerk). De tweede keer bood hij zijn ontslag aan omwille van de ruzie met Robert Hooke. Oldenburg wist Newton altijd voldoende te paaien en te overhalen om regelmatig nieuwe ontdekkingen in te sturen.
Oldenburg was een talenknobbel die zelfs Nederlandse wetenschappelijke teksten (bv. van Antoni van Leeuwenhoek) kon vertalen. In 1665 richtte hij de periodiek Philosopical Transactions op waarin de nieuwe ontdekkingen werden gepubliceerd. Het werd één van de belangrijkste wetenschappelijke tijdschriften ter wereld.
Zie ook: Filosofische Verhandelingen.
De voorloper van het Onzichtbare College was de Hartlib Circle. Dit was een groep van denkers over de hele wereld, bij elkaar gebracht door Samuel Hartlib en Comenius. Zij riepen op tot de oprichting van een Onzichtbaar College, een term die ze ontleenden van de Rozenkruisers.
Het Onzichtbare College (of the Invisible College) wordt voor het eerst in de brieven van Robert Boyle genoemd in 1646. Als achttienjarige jongen schrijft hij aan zijn leraar: "Wat me verheugt is dat de hoekstenen van het Onzichtbare College me kennen en me eren door aanwezig te laten zijn". Opvallend is dat hij de leden "hoekstenen" noemt. Een term die voortkomt uit de vrijmetselarij en gebruikt wordt bij het iniatie-ritueel.
Ook John Wallis, een wiskunde hoogleraar uit Oxford (en iemand waardoor Newton geïnspireerd werd) schreef een verslag over zijn ervaringen met het Onzichtbare College. De regels van het College die hij beschrijft, doen sterk aan een soort van vrijmetselarijloge denken. Net zoals voor vrijmetselaars is het hun bijvoorbeeld verboden – op gevaar van straf - om te discussiëren over politiek en religie.
Het Onzichtbare College bestond uit een groep natuurfilosofen die elkaar in het geheim ontmoeten in Londen, Oxford, Cambridge en op Ragley Hall bij Anne Finch. Zij bespraken zowel "wetenschappelijke" onderwerpen als "esoterische".
Bij één van de bijeenkomsten van het Invisible College, in het Gresham College, werd na een lezing van Christopher Wren besloten tot de oprichting van het Koninklijk Genootschap. Een week later reeds kreeg dit genootschap, dankzij de bemiddeling van vrijmetselaar en mede-oprichter Robert Moray, Koninklijke goedkeuring van Koning Charles. Een andere oprichter, Elias Ashmole, staat niet alleen geregistreerd als de eerste "officiële" vrijmetselaar, maar tevens als rozenkruiser.
Bron: The Invisible College. The Royal Society, freemasonry and the birth of modern science. Door auteur Robert Lomas.
Zie ook: Hartlib Circle. Vrijmetselarij. Koninklijk Genootschap. Moray, Robert.
De eerste experimenten tot de formulering van zijn ideeën in de Optica deed Newton rond 1665 in Woolsthorpe. In zijn notitieboekje beschrijft hij zijn experimenten: "Ik nam een briefopener en stak hem tussen mijn oog en het been, zo dicht mogelijk bij de achterkant van mijn oog als mogelijk. Door op mijn oogbal te duwen verschenen er verschillende witte, donkere en gekleurde cirkels. De cirkels waren het helderst wanneer ik de briefopener bewoog maar wanneer ik het stil hield, verdwenen ze…"
Ook experimenteerde hij door recht in de zon te kijken.
Newton's "Opticks" verscheen als boek in 1704.
In dit boek toonde hij aan dat wit licht is samengesteld uit alle kleuren van de regenboog. Wanneer deze kleuren weer werden samengevoegd vormden ze opnieuw wit licht. Verder beschrijft hij een interferentie-effect dat later naar hem werd genoemd; de Newtonringen. Newton beschrijft licht als deeltjes. Hoewel dit later verworpen werd omdat licht als golven werd gezien, ontdekte Albert Einstein in de 20ste eeuw dat licht fotonen bevat, wat toch weer naar deeltjes verwijst.
Verder beschreef Newton de werking van zijn spiegeltelescoop die nog steeds de huidige generatie telescopen beïnvloed.
Zie ook: Kleurtheorie.
Gaston d’Orléans was getrouwd met de zus van de hertog van Lotharingen. Zo zouden zijn nakomelingen Lotharings bloed hebben. Dit was belangrijk omdat dit geslacht geloofde af te stammen van de Merovingen en dus van Jezus zelf. Door Gaston ‘d Orléans zou dan opnieuw goddelijk bloed Frankrijk regeren.
Lodewijk de Dertiende en zijn vrouw Anna van Oostenrijk bleven lange tijd kinderloos. Men vermoedde dat de koning of homoseksueel of onvruchtbaar was. Deze kinderloosheid wakkerde de hoop aan van Gaston d’Orléans om zijn broer Lodewijk de Dertiende te kunnen opvolgen.
De hoop vervloog toen Anna na 23 jaar toch een zoon baarde, Lodewijk de Veertiende. Maar er werd meteen in twijfel getrokken of de koning wel zijn vader was. Men vermoedde dat kardinaal Richelieu of zijn opvolger Mazarin de werkelijke vader was.
Na de dood van Lodewijk de Dertiende werden er een aantal pogingen ondernomen om alsnog te vermijden dat Lodewijk de Veertiende de troon zou bestijgen.
Dit leidde tot een burgeroorlog die tien jaar lang duurde, de Fronde genoemd. Maar de Fronde faalde en Lodewijk de Veertiende besteeg de kroon.
Bron: Het Heilige Bloed, De Heilige Graal van auteurs Michael Baignent, Richard Leigh en Henry Lincoln.
Zie ook: Merovingen. Merovech. Lodewijk de Veertiende.