Om een exact "omgekeerd kwadraat" te kunnen berekenen had Newton gegevens over de maanbewegingen nodig. Reeds in 1667 begon hij aan dit onderzoek maar het duurde tot 1685 vooraleer hij genoeg exacte gegevens verzameld had om de eerste versie van de Principia te kunnen schrijven. Toch was hij hier na publicatie nog steeds ontevreden over. Hij had niet kunnen verklaren waarom de ellipsvormige baan van de maan om de aarde zeer langzaam in haar vlak roteert. Om dit nog preciezer te kunnen uitrekenen had hij de maanobservaties van Flamsteed nodig.
In de zomer van 1694 was hij vastbesloten zijn maantheorie te vervolmaken. In het begin was Flamsteed welwillend om Newton te helpen. Hij bewonderde hem en hoopte op erkenning van Newton. Een jaar lang bleef Newton steeds nieuwe gegevens vragen aan Flamsteed, die daardoor meer en meer zijn eigen plan, de sterrencatalogus die hij maakte, moest uitstellen. Langzamerhand escaleerde de samenwerking. Newton weigerde Flamsteed inzage te geven in waarom hij zoveel maangegevens nodig had, en Flamsteed eiste steeds meer erkenning en samenwerking op.
Newton stopte met het beantwoorden van Flamsteeds brieven en publiceerde de maantheorie, die nog steeds niet helemaal accuraat was en waar hij ontevreden over was in 1702, in het werk van een collega, David Gregory. Hij hoopte dat dit een bijdrage zou leveren aan het lengtegraadprobleem maar verloor verder alle interesse in zijn maantheorie.
Tien jaar later, toen hij een tweede editie van de Principia overwoog, laaide zijn interesse weer op, en eiste dat Flamsteed hem ditmaal de gegevens bezorgde die hij nodig had. Newton dwong hem voortijdig zijn sterrencatalogus te publiceren. Flamsteed was totaal ongelukkig met dit embryonale werk en kocht alle exemplaren op die hij liet verbranden op Greenwich.
Zie ook: Flamsteed, Lengtegraad.
Bron: o.m. Requiem voor Newton, van auteur Klaas Landsman, Never at rest van auteur Westfall.
Albertus Magnus (ook wel Albertus de Grote) was een Duitse filosoof en theoloog. Hij schreef verschillende alchemistische werken, die verzameld werden onder de naam "Theatrum Chemicum". Hij geloofde dat stenen occulte eigenschappen hadden. Volgens de legende zou hij de Steen der Wijzen ontdekt en geschonken hebben aan zijn leerling Thomas van Aquino.
Hij beschrijft hoe hij er getuige van was goud tot stand te zien komen door transmutatie. Hij was ook erg geïnteresseerd in astrologie, en paste die toe om beter volgens christelijke principes te kunnen leven, door inzicht in de hemelse invloeden op een mensenleven.
Albertus Magnus was de eerste die de term "chemische affiniteit" gebruikte in 1250. Deze term werd overgenomen door alchemisten zoals Robert Boyle en Isaac Newton in hun verklaringen hoe hitte zich ontwikkelde tijdens verbrandingsreacties.
Paus Piux XI riep hem uit tot patroonheilige van de wetenschap.
Zie ook: Alchemie.
De Nederlandse Dokter Bernard Mandeville is één van de personen waarop het personage van Saint Germain werd gemodelleerd. Zijn medische specialiteit waren maagziekten. In het kielzog van Willem van Oranje verhuisde hij naar Londen en werd vooral bekend als degene die de leer schreef dat slechtheid de basis is voor het goede.
In 1714, toen Koningin Anne in de macht was van de Thories, schreef Mandeville zijn beroemde boek "Fabel van de bijen". Zijn overtuigingen dat corruptie en slechtheid noodzakelijke fundamenten waren voor vooruitgang, had grote invloed. De enige bron van weelde is diefstal, stelde hij. De staat moet zijn onderdanen brutaliseren. Het volk moest dom en onwetend worden gehouden.
Zo werd Mandeville een soort van Prins van de Duisternis, die God en de hemelen ontkende en het opnam voor de slechtheid. Hij was een voorbeeld voor Britse satanische geheime genootschappen die rond de dood van Koningin Anne opgericht werden. De zogenaamde Hellevuurclubs. In 1721 kwam er een verordening van de koning die de Hellevuurclubs verbood. Tevergeefs overigens.
Zie ook Saint Germain, Hellevuurclub.
Meer informatie: http://www.bernard-mandeville.nl/
In het (goed aangeschreven) Franse tijdschrift Mercure Galant verschijnt in september 1678 een merkwaardig artikel dat verslag doet van een op handen zijnde conferentie in Rome om de oosterse en westerse kerken met elkaar te verenigen. Een artikel waarin werd gemeld dat er reeds Armeense bisschoppen in Rome zijn aangekomen voor deze conferentie.
Prinses Christina van Zweden werd als één van de bemiddelaars genoemd. De Gazette de France doet melding van 26 bisschoppen die onderweg zijn naar Rome om een verdrag tot vereniging van de kerken te ondertekenen. Later wordt er verslag gedaan dat er ook Griekse bisschoppen zijn gearriveerd en dat Monsieur Pierre (Saint Germain in de roman) zal optreden als de vertegenwoordiger van de Patriarch van Antioch.
Ook in de daarop volgende maanden worden deze besprekingen regelmatig gemeld in de pers, tot zelfs in de Haarlemse Courant.
Het vreemde van deze feiten is dat ze uit de geschiedenis zijn verdwenen en nooit eerder bekend waren. Deze gebeurtenissen lijken de verhalen die "Saint Germain" ophing over geheime bijeenkomsten aan Robert Boyle te bewijzen, al twijfelde Boyle zelf ernstig of zo’n conferentie mogelijk was.
Bron: George Pierre des Clozets, Robert Boyle, the alchemical patriarch van Antioch and the reunion of christendom: further new sources. Door Auteur Lawrence M. Principe.
Zie ook: Pierre. Asterism. Boyle.
De aartsbisschop van Mainz schreef het boek "Het leven van Maria Magdalena". Hij schrijft: "Na de hemelvaart van onze heer, toen de leerlingen vertrokken, ging Martha, met haar broer Lazarus en haar zus Maria Magdalena aan boord van een schip en dankzij het behoud van onze heer, kwamen ze allen veilig aan in Marseilles. Later trokken ze naar de regio van Aix waar ze de bewoners bekeerden tot het geloof."
Het is bekend dat in de Languedoc, in de buurt van Rennes-le-Château, een grote Maria Magdalena Cultus was en de kerk aan haar gewijd werd.
In Frankrijk ontstond een cultus die was gewijd aan de "zwarte madonna". Volgens auteur Laurence Gardner refereert dit naar de orde die Maria Magdalena in Frankrijk oprichtte van zusters die zich in het zwart kleedden. Er zijn tal van Zwarte Madonna beelden bewaard gebleven, waaronder bijvoorbeeld een heel mooi exemplaar in Verviers, bij Luik.
De Zwarte Madonna werd in deze cultus vermengd met de mythische figuren van Koningin Isis en Lilith. Deze staan voor de kracht en gelijkheid van vrouwen. Over Lilith werd gezegd dat ze de onuitspreekbare naam van God kende, en ook Maria Magdalena was een vrouw die deze kennis had. Ze wordt omschreven als "de vrouw die alles wist".
Bron: Bloodline of the Holy Grail, the hidden lineage of jesus revealed. Door auteur Laurence Gardner.
Zie ook: Maria Magdalena, Lilith, Heilig Huwelijk.
Maimonides, ook wel de Rambam genoemd, was een rabbi uit Spanje die een grote invloed had op zowel de joodse als niet joodse denkwereld. Maimonides ging er vanuit dat er nooit een contradictie kon zijn tussen de waarheden die God had gegeven, en de ontdekkingen die de mens deed in wetenschap en filosofie.
Hij stelde dat het voor de mens alleen mogelijk was om God vanuit omgekeerde of negatieve termen te benoemen. Volgens hem kon men niet zeggen "God is één", maar wel "Er is geen veelheid in God’s wezen". Hij kwam tot deze denkwijze omdat hij vond dat menselijke eigenschappen nooit recht kunnen doen aan God’s grootheid.
Een andere zienswijze van hem was dat een mens alleen die dingen kon geloven die ondersteund werden door rationeel bewijs, door zintuiglijke waarneming of door een geloofwaardige autoriteit. Een voorbeeld hiervan is de stelling dat God kwaad wordt op mensen die iets fouts doen. Maimonides stelde dat God natuurlijk niet kwaad wordt, omdat God boven deze menselijke hartstochten staat, maar dat het helpt bij het niet zondigen om te geloven dat hij dan kwaad wordt. Hij ligt begraven in Tiberias.
Schrijfster van liefdesboeken, schandaalromans, toneelstukken en politiek pamflettist. Samen met Haywood en Behn, twee andere schrijfsters, werden zij de Ondeugende Drievuldigheid genoemd. Ze trouwde met haar neef John Manley die tegelijkertijd met een andere vrouw was getrouwd. Toen ze haar man verliet ging ze bij één van de minnaressen van Koning Charles II wonden, Lady Castlemaine, maar die gooide ze eruit omdat ze haar zoon had verleid.
In 1696 schreef ze haar eerste toneelstuk "De jaloerse echtgenoot". Ze schreef vele satirische teksten over de Whigs. Ze deed dit in de vorm van sprookjes of verhalen waarbij de karakters symbool stonden voor Whig-politici. Na haar boek "Secret Memoirs and Manners of Several Persons of Quality, of both sexes", in 1709 werd ze gearresteerd en zat een tijdlang in de gevangenis. Toen ze weer vrij kwam, schreef ze het nog venijniger boek "Memoirs of Europe" waarin ze de reputatie van Montagu en Kit, het nichtje van Newton, vernietigde.
Zie ook Memoirs of Europe. Kit. Montagu.
Maria Magdalena wordt door Lucas beschreven als een vrouw bezeten door zeven duivels en een zondares. Volgens auteur Laurence Gardner verwijst dit naar Maria Magdalena’s rabbijn Judus Sicariote, die Duivel Priester nummer 7 werd genoemd. Een lid van de groep van zeven priesters die als de schaduwkant werden gezien van de zeven lichten van de Menora (de Joodse kandelaar). Hun taak was toe te kijken op de kuisheid van vrouwen. Dat de zeven duivels uit Maria Magdalena verjaagd werden, zou betekenen dat ze toestemming kreeg tot seksuele vereniging.
Later werd Maria Magdalena als een prostituee bestempeld door een verkeerde interpretatie van het woord "almah", wat gewoon betekent: een jonge, ongetrouwde vrouw.
Eén van de raadselachtige passages in het Nieuwe Testament is wanneer Jezus gezalfd wordt door Maria Magdalena. Er wordt verteld dat Maria Magdalena haar albasten kruik bij zich had met nardusmirre en over zijn hoofd goot. Sommigen zijn van mening dat dit een verwijzing is naar een oud ritueel, het Hieros Gamos, of wel Het Heilig Huwelijk van de Herderkoning. Dit refereert naar psalm 23 in het Oude Testament waarin geschreven staat "De heer is mijn herder" en verder "U nodigt mij aan tafel" en "U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over." Ook in het Hooglied vinden we een erotische beschrijving van deze zalving; "nu mijn koning op zijn rustbed ligt, geurt mijn nardus zoet". Het was een ritueel, vermoedelijk uit de Syrische traditie, waarbij een Koninklijke bruid de maaltijd van haar echtgenoot heiligde. Dit was een exclusief voorrecht voor messiaanse bruiden. Dit zou kunnen inhouden dat de zalving eigenlijk een ritueel huwelijk was tussen Jezus en Maria Magdalena.
Voor orthodoxe Joden is "ga en vermenigvuldig u" een dwingend gebod. Een orthodoxe rabbi kan in principe niet anders dan getrouwd zijn. Vermits Jezus in synagogen kon preken, moet hij een rabbi geweest zijn, en is het erg waarschijnlijk dat hij getrouwd was.
Toch blijft het dan vreemd dat dit in geen van de evangeliën vermeld wordt. Net zoals het vreemd is dat we niets weten van wat Jezus deed tussen zijn twaalfde en dertigste levensjaar.
In de latere kerkgeschiedenis werden de evangeliën waaruit de bijzondere positie van Maria Magdalena bleek, in de ban gedaan. Zo werd het christendom ontdaan van zijn vrouwelijkheid, en werd het patriarchaat gecreëerd, waarbij alleen ongehuwde mannen priesters konden worden. De verboden boeken werden verbrand en vernietigd. Pas zeer recent, in 1945, werden een aantal van deze verboden, geheime evangeliën terug gevonden in Nag Hammadi in Egypte.
Zie verder: H, van Heilig Huwelijk. Mainz, aartsbisschop van. Salomé. Zebedee.
De Franse Profeten ontstonden rond 1702 als een beweging van Hugenoten die opgejaagd werden door Koning Lodewijk. Ze begonnen hun activiteiten gewelddadig met het vernietigen van katholieke kerken. Ook castreerden ze bijvoorbeeld een leraar die er een minnares op na hield. De Franse Profeten geloofden dat ze in de Eindtijd leefden, wat door verschillende berekeningen ondersteund werd. Zelfs Francis van Helmont had de Einddtijd rond 1702 voorspelt.
Elie Marion werd één van de drie leiders van deze beweging. Rond 1704 hadden ze ongeveer 2000 aanhangers. Marion werd al snel een profeet die in rechtstreeks contact stond met de Heilige Geest en indruk maakte door zijn voorspellingen, en door tranen van bloed te storten. In 1704 vluchtte Elie Marion met zijn profeten, geïnspireerd door de Heilige Geest, uit Frankrijk naar Geneve.
In september 1706 komt hij op 28 jarige leeftijd aan in Londen.
Marion trok de aandacht met zijn openbare profetieën en zijn eerste waarschuwing uitgesproken op 18 september luidde: "De trompet is klaar om te schetteren. Vuur. Lichten, donderballen staan klaar voor jullie vijanden. Alleen de rechtvaardigen die zich aan mijn zijde scharen zullen deze oorlog overleven. De andere zullen vernietigd worden. Het is nu tijd om te kiezen. De strijd is begonnen. Er zijn er hier aanwezig die enkel uit nieuwsgierigheid zijn gekomen. Aan die mensen zal ik mijn woord niet openbaren. Bereid u voor om zeer binnenkort dit land te verlaten en terug te keren naar uw broeders in Frankrijk. Daar zal de grootste strijd aller tijden plaatsvinden. Vecht schouder aan schouder met hen die niet gevlucht zijn. Het einde is nabij."
Aanwezig in het publiek was Fatio de Duillier die diep onder de indruk kwam van deze voorspellingen. Marions voorspellingen werden steeds gruwelijker, en hij plaatste ze in een zeer nabije toekomst. Vooral zijn voorspelling dat Londen zou afbranden, maakte diepe indruk. Gaandeweg identificeerden de profeten zich met de verloren stammen die zich verzamelden in Nieuwe Jeruzalem. Marion riep de aanhangers op om groene linten te dragen zodat de engelen hun zouden herkennen op de Dag des oordeels.
Hij en Fatio werden voorgeleid voor Rechter Holt in Queen Bench Court. Marion werd ervan beschuldigd een pseudo profeet te zijn, een verachtelijke godslasteraar en een verstoorder van de orde. Er vonden 10 rechtszittingen plaats.
Op de finale rechtszitting deed Fatio het woord en waarschuwde de rechter hoe gevaarlijk het is een boodschap die van God zelf afkomstig is, te veroordelen.
Op 22 november 1607 worden ze veroordeeld. Fatio en Marion beschouwden zichzelf als martelaren. Het was een eer dat ze in naam van de Heer mochten lijden. Ze werden twee dagen lang vastgebonden aan een schandpaal Charing Cross, en de volgende dag bij de Koninklijke Bank. Boven hun hoofd werden de beschuldigingen opgehangen op een stuk papier. Hun terechtstelling werd door een grote menigte bijgewoond die hen bespuwden en met drek en stenen bekogelden.
Fatio en Marion vluchtten naar Nederland waar ze opnieuw in de gevangenis terecht kwamen in Rotterdam. Fatio werd langer vastgehouden onder het mom dat zijn vader daarop zou aangedrongen hebben, wat een drogreden was omdat zijn vader al lang gestorven was.
Nadat Elie Marion een kou vatte in Polen stierf hij in Livorno op weg naar Rome. Fatio reisde nog door naar Rome, verbleef daarna een tijdje in Nederland en keerde tenslotte weer terug naar Engeland.
Zie ook: D. Fatio de Duillier. Franse Profeten. Camisards. Hugenoten.
Op aandringen van Koning Charles II (haar oom) was Mary protestants opgevoed, ondanks dat haar vader (Jacobus) zich tot het katholicisme had bekeerd.
Op haar vijftiende trouwde ze met Willem van Oranje, wat aanvankelijk niet enthousiast onthaald werd door haar vader en Koning Charles II. Het was een verstandshuwelijk dat haar weinig vreugde bracht. Ze had drie miskramen en Willem van Oranje had een lange buitenechtelijke affaire met Elizabeth Villiers. Gaandeweg groeide er wel een diepe vriendschap tussen de echtgenoten.
Toen haar vader met zijn tweede vrouw een zoon kreeg, trok zij openlijk in twijfel of het kind wel bestond. Geruchten deden de ronde dat er immers een verwarmde pan in bed was gelegd, om door te gaan als baby. Mary zond een vragenlijst naar haar zus Anne die moest bevestigen of het wel of niet om een misgeboorte ging.
Aanvankelijk stond Willem van Oranje weigerachtig om Engeland aan te vallen en Jacobus te verjagen. Hij was bang dat Mary dan in Engeland meer macht zou krijgen dan hijzelf. Maar Mary wist hem te overtuigen dat ze alles zou doen om ervoor te zorgen dat hij de koning was. Koningin Mary kwam samen met haar echtgenoot Willem van Oranje op de troon van Engeland en Ierland. Dit was het gevolg van de Glorieuze Revolutie, waarbij haar vader, de katholieke koning Jacobus, het land werd uitgejaagd.
Ze werd persoonlijk geëscorteerd door John Locke toen ze naar Londen vertrok. Haar triomfantelijke aankomst werd bekritiseerd omdat het zo hard was naar haar vader toe. Ook haar vader zelf schreef een aanklacht tegen zijn ontrouwe dochter die Mary erg kwetste. Voorafgaand en tijdens hun regering werden vele wetten gestemd die de macht van koningen inperkte. Wetten die mede opgesteld en gestemd werden door Isaac Newton, die parlementslid was toen.
Mary hield zich zoveel mogelijk afzijdig van politiek, ook in de vele perioden dat Willem van Oranje in het buitenland oorlogen uitvocht. Wel bemoeide ze zich actief met de kerk. Ze stierf in het paleis van Kensington aan pokken. Henry Purcell schreef haar begrafenismuziek.
Zie ook: Willem van Oranje.
Medmemham is een stad in Buckinhamshire bij de oevers van de Theems. De abdij van Medmemham werd bekend als de rituele tempel van "de monniken van Medmenham", de leden van de Hellevuurclub. Sir Francis Dashwood hield er zwarte missen waar de duivel aanbeden werd en orgiën plaatsvonden.
Zie ook: Hellevuurclub. Mandeville.
Rond 1710 publiceerde Miss Manley het boek "Memoirs of Europe". Een sleutelroman dat zich afspeelt in antieke tijden waarbij elk "historisch"personage iemand uit de Londense high Society voorstelde. Het hoofdkarakter van het boek is Julius Sergius, waarmee Montagu bedoeld werd. Vooral zijn losbandigheid wordt aan de kaak gesteld. Een ander hoofdkarakter is Bartica, waarmee Newton’s nichtje, Kit, werd voorgesteld. De boeken van Miss Manley waren uitzonderlijk populair.
Zie ook: Montagu. Kit. Miss Manley.
De Merovingers danken hun naam aan koning Merovech, de koning van de Salische Franken van 447 tot 457. Hij werd geboren rond 1415 als zoon van "de langharige", oftwel Chlodion. De koningen werden daarom ook wel de langharige koningen genoemd en zouden hun macht ontlenen aan hun lange, rode haren.
Hij was de grootvader van Clovis die door zijn doop het christendom tot staatsgodsdienst van het Frankische rijk maakte. Clovis was getrouwd met een katholieke vrouw, Clotilde. Na een belangrijke overwinning wist zij haar echtgenoot ervan te overtuigen dat Jezus de hand had in zijn overwinning. Merovech wordt als de voorvader beschouwd van alle bestaande koningshuizen, en ook nog eens 34 presidenten.
Zie ook: Merovingen.
De Merovingen waren een Frankische koningsdynastie die in gebieden van Frankrijk en Duitsland heersten tussen de 5de en 8ste eeuw. De Merovingen claimden afstammelingen te zijn van Jezus Christus en Maria Magdalena. De dynastie stief in 679 uit toen Dagobert II vermoord werd.
Andere zeggen dat de dynastie ondergronds verder leefde door zoon Sigibert die naar Rennes-le-Château vluchtte. Op deze theorie is de geheimzinnig Priorij van Sion gebaseerd, die grote bekendheid kreeg door het boek De Da Vinci Code van Dan Brown. Deze Priorij zou het nageslacht van Jezus tot in deze tijd beschermen. De Merovingen hadden de bij als heilig symbool. Toen in 1653 het graf van Childeric werd gevonden, de zoon van Merovech, vond men 300 gouden bijen. Deze 300 bijen werden bevestigd op de mantel waarmee Napoleon in 1804 tot keizer werd gekroond.
Ook de Stuarts beweerde afstammelingen te zijn van Merovech en adopteerden het bijensymbool, met name de Jacobieten (de aanhangers van de katholieke koning Jacobus).
Zie ook: Merovech.
Messias betekent letterlijk "de Gezalfde". De term wordt in de bijbel gebruikt voor onder meer profeten, priesters en koningen. In het Jodendom is de Messias een persoon die zou afstammen van koning David en het leiderschap van zijn koningshuis zou herstellen. Hij zal een belangrijke profeet en koning zijn, maar als profeet minder belangrijk dan Mozes, en als koning minder belangrijk dan koning David.
In het Christendom gaat men ervan uit dat de Messias al heeft geleefd, namelijk in Jezus. Deze Messias heeft volgens het christendom een menselijke én goddelijke kant. Het christendom gaat ervan uit dat de Messias nog een tweede keer zal komen in de Eindtijd en dan het kwade zal verdrijven en vanuit Jeruzalem de aarde zal regeren.
Toen Charles Montagu in Cambridge studeerde was hij één van de weinige studenten die contact had met Isaac Newton en samen met hem zelfs "de Filosofische Gemeenschap van Cambridge" zou opgericht hebben.
Hij kreeg bekendheid door het gedicht dat hij schreef ter gelegenheid van de dood van Koning Charles II. Aanvankelijk maakte hij carrière als satirisch schrijver en kwam in contact met de hoogste kringen.
In 1689 werd hij parlementslid. Daar viel hij al snel op door zijn financiële kennis en hij voerde hervormingen door die tot op de dag van vandaag Engeland beïnvloed hebben. Hij werd benoemd tot Minister van Financiën. Zo werd hij de iniatiefnemer en oprichter van de Bank van Engeland. Ook was hij mede iniatiefnemer om een nieuwe Engelse munt in te voeren. Om dit plan te kunnen financieren introduceerde hij de Ramenbelasting. Een nieuwe belasting die berekend werd aan de hand van hoeveel ramen of openingen een huis had. Om deze belasting te omzeilen timmerden vele armere mensen hun ramen dicht. Toch bracht deze nieuwe belasting in het eerste jaar reeds 1.200.000 pond op.
Het plan voor de hermunting bracht hij tot stand in samenwerking met Newton en Locke.
Hij was getrouwd met de schatrijke gravin Dowager of Manchester, die twee keer zo oud was als hijzelf. Zijn vrouw stierf in 1698. Newton was bevriend met Montagu en had zelfs op zijn slaapkamer een portret hangen van Montagu. Hij bezocht Newton en Kit met grote regelmaat in Newton’s huis in Jermyn Street. Toen hij veertig was kreeg hij een levenslange relatie met de 17 jarige Kit, het nichtje van Newton. Op dat moment was hij één van de machtigste mannen van Engeland en benoemd tot Baron Halifax. Sommige historici beweren zelfs dat hij in het geheim met Kit trouwde. Dit is onwaarschijnlijk omdat ze op de huwelijksakte met haar latere man John Conduitt als ongehuwde vrouw wordt omschreven. In elk geval hebben ze een tijdje samen gewoond wat voor die tijd erg ongewoon en scandaleus was.
Hij stelde verschillende testamenten op in zijn leven waarbij hij steeds meer van zijn bezittingen overmaakte aan Kit. Hij schreef in het testament: "voor Kit’s oprechte liefde, affectie en achting die ik altijd voor haar gehad heb en als kleine compensatie voor het plezier en geluk dat ze me schonk in onze conservaties." Deze erfenis was voor Newtons vijand, Flamsteed, reden om schande te spreken en roddels te verspreiden. Roddels die werden overgenomen door Voltaire waardoor zowel Kit’s als Newton’s reputatie aangetast werden. Na zijn dood spande de familie Montagu een rechtszaak aan, waardoor Kit een groot gedeelte van de erfenis moest terug geven.
Charles Montagu was een fervente drinker en rokkenjager. Hij was lid van de Kit-Cat Club waarin hij, net als andere leden, gedichten ter ere van zijn vrouwelijke veroveringen liet graveren op glazen. Ook aan Kit wijdde hij een glas. Het gedicht luidt:
Beauty and wit strove each in vain
To vanquish Bacchus ans his train
But Barton (= Kit Barton) with successful charms
From both their quivers drew her arms
The roving god his sway resigns
And awfully submits his vines
Stamps with her reigning charms, this standard glass
Shall current through the realms of Bacchus pass
Full fraught with beauty shall new flames impart
And mint her shining image on the heart
Hij gokte en maakte graag misbruik van zijn hoge positie. Hij onderhandelde in opdracht van Koningin Anne met Schotland om Engeland en Schotland te verenigen (wat ook gebeurde onder haar regering). In 1701 werd hij afgezet als minister van financiën vanwege corruptie.
Hij stierf in 1715 ten gevolge van een longontsteking.
Zie ook: Kit. Jermyn Street. Miss Manley.
Sir Robert Moray was een krijgsman, vrijmetselaar en filosoof. In Edingburgh werd hij ingewijd in de vrijmetselarij. Hij werd in 1641 lid van een loge. Vanaf dat moment ondertekende hij zijn brieven met de vijfpuntige ster, een vrijmetselaarssymbool.
Hij was goed bevriend met zowel Koning Charles II als zijn vader Koning Charles I. In opdracht van Charles II installeerde hij een alchemistisch laboratorium op zijn paleis van Whithall (onder zijn slaapkamer).
Hij was aanwezig bij de oprichtingsvergadering van het Koninklijk Genootschap op 28 november 1660 en zorgde ervoor dat de koning zijn naam aan het Genootschap verbond. Hij werd de eerste voorzitter van het Koninklijk Genootschap.
Zie ook: Koninklijk Genootschap.
Op kerstdag 1699 werd Isaac Newton, op zijn 57ste verjaardag, benoemd tot Master of the Mint. Hij zou dit dertig jaar lang blijven tot zijn dood in 1727. Eén van de belangrijkste redenen dat de keuze op hem viel, was zijn alchemistische kennis. Engeland was bijna bankroet en de koning, Willem van Oranje, hoopte dat de Muntmeester, behalve hermunten, ook in staat zou zijn goud te maken. Hij kreeg 500 pond per jaar aangeboden (5 keer meer dan zijn loon in Cambridge) plus een bonus gebaseerd op het aantal munten dat hij per jaar liet slaan. Hoe meer munten hij produceerde, hoe meer hij verdiende. Zo kwam hij op een gemiddeld jaarloon van 2000 pond per jaar.
Hij werd verantwoordelijke voor de hermunting van Engeland, een taak die hij met verve op zich nam. Eén van zijn speerpunten was het aanpakken van de valsemunters. Newton schatte in dat ongeveer 20 % van de ingenomen munten vervalst waren. Newton ging zelf op onderzoek uit naar de valsemunters, ondervroeg ze, en verzamelde bewijzen. Hij zorgde ervoor dat hij tot rechter werd benoemd zodat hij ze ook zelf kon veroordelen. Er zijn honderden ondervragingen door Newton bewaard gebleven. Zijn grootste vangst was William Chaloner, een meester-vervalser met invloed tot in de hoogste kringen. Chaloner tergde Newton door te stellen dat hij beter onvervalste munten kon maken dan de muntmeester zelf. Hij deed zelfs een parlementsvoorstel om hemzelf tot muntmeester te benoemen. Nadat Newton de eerste keer Chaloner arresteerde, werd hij door zijn invloedrijke vrienden, toch vrijgelaten. Toen hij hem voor een tweede keer kon arresteren hing hij hem op, liet hem opensnijden, en de armen en benen afhakken op 23 maart 1699 in Tyburn.
In korte tijd steeg Engeland’s financiële welvaart tot ongekende hoogte. In 1711 werd aan de South Sea Company het monopoly gegeven voor de handel over de zuidelijke zeeën. Dit was een zeer beloftevolle handel gezien de grondstoffen die verwacht werden te delven in Zuid Amerika, eenmaal de Spaanse Successieoorlog zou gewonnen zijn. Heel veel mensen, waaronder Newton, kochten aandelen in de South Sea Company. De aandelen stegen al snel van 175 pond naar 1000 pond. Maar omdat ook veel beleggers tegelijkertijd deze winst wilden verzilveren stortte het aandeel in 1720 in elkaar, en was op enkele maanden tijd nog maar 135 pond waard. Verscheidene rijke families verloren toen hun hele fortuin. Ook Isaac Newton was aandeelhouder. Hij verloor 20.000 pond. Later zei hij hierover: "Ik kan wel de beweging van hemellichamen berekenen maar niet de gekte van de mensheid."